Een ontslag om dringende reden is voor elke werknemer een ingrijpende gebeurtenis. Naast de onmiddellijke stopzetting van de arbeidsovereenkomst en het verlies van inkomen, wordt u vaak geconfronteerd met zware beschuldigingen. Maar wat als het bewijs om die aantijgingen te weerleggen zich op uw professionele computer of in uw mailbox bij de werkgever bevindt? De vrees dat uw voormalige werkgever dit bewijsmateriaal zal vernietigen is dan reëel. Een recente uitspraak van de arbeidsrechtbank te Antwerpen, afdeling Antwerpen van 19 november 2024 werpt een licht op een krachtig juridisch instrument in dergelijke situaties: de procedure op eenzijdig verzoekschrift.
De feiten: ontslag en de angst voor verdwijnend bewijs
In de zaak die voor de arbeidsrechtbank te Antwerpen kwam, werd een werknemer ontslagen om een dringende reden. De werknemer was ervan overtuigd dat de beschuldigingen van zijn voormalige werkgever onterecht waren en dat hij dit kon aantonen aan de hand van digitale bestanden. Het cruciale bewijsmateriaal bevond zich echter in specifieke submappen van zijn professionele Microsoft outlookmailbox en op de laptop die de werkgever hem ter beschikking had gesteld.
Omdat de werknemer na zijn ontslag logischerwijs geen toegang meer had tot zijn werkmailbox, vreesde hij dat de werkgever deze data zou verwijderen, al dan niet onder het mom van de privacywetgeving (GDPR) die een verwijdering van persoonsgegevens na uitdiensttreding voorschrijft. Om dit te voorkomen, stapte de werknemer naar de voorzitter van de arbeidsrechtbank via een procedure op eenzijdig verzoekschrift. Het doel? De aanstelling van een gerechtsdeurwaarder, eventueel bijgestaan door een IT-expert, om de bedrijfsruimten van zijn werkgever te betreden en een kopie te nemen van de relevante bestanden.
Wat is een procedure op eenzijdig verzoekschrift?
In ons Belgisch rechtssysteem is het recht op tegenspraak een hoeksteen. Dit betekent dat elke partij in een geschil de kans moet krijgen om haar argumenten naar voren te brengen en te reageren op de argumenten van de tegenpartij. Een procedure wordt daarom in de regel “tegensprekelijk” ingeleid, meestal via een dagvaarding.
De procedure op eenzijdig verzoekschrift vormt hierop een belangrijke uitzondering. Zoals het woord het zelf zegt, wordt de rechtbank gevat door één partij, zonder dat de tegenpartij hiervan op voorhand op de hoogte wordt gebracht. Omdat dit een drastische afwijking is van het basisprincipe van tegenspraak, kan dit enkel in uitzonderlijke omstandigheden.
De sleutelvoorwaarde: volstrekte noodzakelijkheid
De wet, meer bepaald artikel 584 van het Gerechtelijk Wetboek, vereist voor een eenzijdige procedure niet zomaar spoed, maar “volstrekte noodzakelijkheid”. Maar wat houdt dit precies in?
De rechtspraak, waaronder het hier besproken vonnis, interpreteert dit begrip strikt. Er is sprake van volstrekte noodzakelijkheid wanneer:
- Een voorafgaande verwittiging van de tegenpartij de gevraagde maatregel zinloos zou maken. Het “verrassingseffect” is cruciaal.
- De situatie zo dringend is dat zelfs een snelle tegensprekelijke procedure (zoals een kort geding met verkorte termijnen) de rechten van de verzoekende partij onherroepelijk zou schaden.
In essentie moet worden aangetoond dat enkel een plotse en onverwachte actie de doelmatigheid van de maatregel kan garanderen.
De beslissing van de arbeidsrechtbank
De voorzitter van de arbeidsrechtbank in Antwerpen oordeelde in deze zaak dat aan de voorwaarde van volstrekte noodzakelijkheid was voldaan. De redenering was duidelijk: indien de werkgever via een dagvaarding op de hoogte zou zijn gebracht van de vordering, zou niets hem nog beletten om de cruciale mailbox en de specifieke submappen onmiddellijk te verwijderen. Het verrassingseffect was dus essentieel om het bewijs veilig te stellen.
De rechtbank steunde haar beslissing op de artikelen 871 en 877 van het Gerechtelijk Wetboek. Hoewel deze artikels in eerste instantie bedoeld zijn om bewijsstukken op te vragen in een reeds lopende procedure, aanvaardt de rechtspraak dat ze, in combinatie met de kortgedingprocedure, ook preventief kunnen worden ingezet om te voorkomen dat bewijs verloren gaat nog voor een procedure ten gronde wordt opgestart.
De voorzitter willigde het verzoek van de werknemer dan ook in en stond de volgende maatregelen toe:
- De machtiging voor een gerechtsdeurwaarder om, vergezeld van een zelfgekozen IT-expert (die optreedt als technisch raadgever van de werknemer, niet als gerechtsdeskundige), de bedrijfsruimten van de ex-werkgever te betreden.
- De opdracht om toegang te krijgen tot de professionele mailbox van de werknemer en een kopie te nemen van welomschreven en specifieke submappen.
- Het opleggen van een dwangsom om de medewerking van de werkgever af te dwingen, bijvoorbeeld bij het weigeren van toegang of het niet overhandigen van wachtwoorden. De rechtbank matigde het gevorderde bedrag wel tot €5.000 per uur vertraging of per vastgestelde inbreuk.
Belangrijk is dat de rechtbank het verzoek goed afgebakend vond. Het ging niet om een “fishing expedition” in het hele IT-systeem van de werkgever, maar om een zeer gerichte zoektocht naar specifieke, geïndividualiseerde bestanden. Een te vaag geformuleerd verzoek, zoals het algemeen in sekwester nemen van laptops of harde schijven, werd als disproportioneel afgewezen.
Praktische lessen voor werknemers en werkgevers
Deze uitspraak biedt belangrijke inzichten voor zowel werknemers als werkgevers die met een ontslag om dringende reden te maken krijgen.
Voor de werknemer: Werd u ontslagen om dringende reden en bent u ervan overtuigd dat het bewijs van uw onschuld zich op het netwerk van uw ex-werkgever bevindt? Wacht dan niet. De vrees dat dit bewijs zal verdwijnen is een reële grond om snel en kordaat op te treden. Een procedure op eenzijdig verzoekschrift kan het cruciale instrument zijn om uw rechten veilig te stellen. Snel handelen is de boodschap, want wie te lang wacht, riskeert het argument van spoedeisendheid te verliezen. Het is essentieel om u hierbij te laten bijstaan door een gespecialiseerd advocaat. Deze kan de slaagkansen van een dergelijke procedure correct inschatten en het verzoekschrift op een juridisch sluitende manier formuleren.
Voor de werkgever: Wordt u geconfronteerd met een beschikking op eenzijdig verzoekschrift en staat er plots een gerechtsdeurwaarder voor de deur? Blijf kalm en werk mee binnen de perken van de rechterlijke beslissing. Obstructie kan leiden tot aanzienlijke dwangsommen. Het is cruciaal om onmiddellijk juridisch advies in te winnen. Een dergelijke beschikking kan immers aangevochten worden via een procedure van derdenverzet. Bovendien onderstreept deze rechtspraak het belang van een duidelijke en correcte IT-policy binnen de onderneming, ook wat betreft het beheer van mailboxen en data van uitgetreden medewerkers.
Conclusie
De procedure op eenzijdig verzoekschrift is een uitzonderlijke maar krachtige procedure die een oplossing kan bieden in situaties waar er een acuut gevaar bestaat dat bewijsmateriaal verdwijnt. De Antwerpse arbeidsrechtbank bevestigt met haar vonnis van 19 november 2024 dat deze procedure perfect kan worden aangewend door een ontslagen werknemer die vreest dat zijn ex-werkgever bewijs van diens onschuld zal laten verdwijnen.
👉 Lees ook onze algemene bijdrage over het bewijsbeslag.