Het auteursrecht

Wat is intellectuele eigendom? En wat is auteursrecht?


Onder intellectuele eigendom, intellectuele rechten of nog intellectuele eigendomsrechten, wordt een groep van subjectieve rechten verstaan die bij wet worden toegekend en die immateriële voortbrengselen van de menselijke geest beschermen.

Traditioneel wordt een onderscheid gemaakt tussen de industriële eigendomsrechten en de niet-industriële eigendomsrechten. De industriële eigendomsrechten zijn dan het octrooirecht (patentrecht), het recht op tekeningen en modellen, het merkenrecht, het kwekersrecht en het computerchipsrecht. De niet-industriële eigendomsrechten zijn enerzijds het auteursrecht en anderzijds de naburige rechten, zoals de rechten van uitvoerende kunstenaars, producenten van fono- en videogrammen, omroeporganisaties, persuitgevers en ook nog producenten van databanken.

Wat is de wettelijke grondslag voor het auteursrecht in België?


Op het Belgisch grondgebied is het Belgisch auteursrecht van toepassing. Er bestaat dus geen eengemaakt Europees of internationaal auteursrecht dat in verschillende landen tegelijk van toepassing is. Per land moet dus nagegaan worden hoe het auteursrecht concreet geregeld is.

Een aantal internationale verdragen (zoals bv. de Berner Conventie en het WIPO Copyright Treaty) hebben er wel voor gezorgd dat in heel veel landen wereldwijd (zoals ook België) eenzelfde minimumbescherming werd ingevoerd.

Binnen de Europese Unie probeert men bovendien de voorbije decennia om het auteursrecht van de EU-lidstaten (zoals België) te harmoniseren door het uitvaardigen van Richtlijnen (waaronder de meest recente : de Digital Single Market Richtlijn) die in nationaal recht moeten omgezet worden. Zodoende worden verschillen in het auteursrecht binnen de EU meer en meer weggewerkt.

De Belgische wettelijke bepalingen zijn terug te vinden in het Wetboek van Economisch Recht (WER), en meer in het bijzonder in Boek XI dat de titel draagt ‘Intellectuele Eigendom en Bedrijfsgeheimen’. Titel 5 is gewijd aan het auteursrecht en de naburige rechten. Titel 6 behandelt de auteursrechtelijke bescherming van software.

Wat wordt er beschermd door het auteursrecht?

Wat wordt er wel beschermd?

Het auteursrecht beschermt (enkel) een origineel/oorspronkelijk werk. Het dient hierbij te gaan om de eigen intellectuele schepping van de auteur. Hiervoor is het noodzakelijk dat het werk een intellectuele schepping is van de auteur die de persoonlijkheid van deze laatste weerspiegelt en tot uiting komt door de vrije en creatieve keuzen van die auteur bij de totstandkoming ervan. Dat wil zeggen dat werken die van geen persoonlijkheid getuigen of waarbij geen vrije en creatieve keuzes kunnen worden aangeduid niet door het auteursrecht beschermd worden. Aan banale of triviale werken komt geen bescherming toe. Dit dient concreet per werk te worden nagegaan.

In ieder geval komt een ruim gamma aan voortbrengselen in aanmerking voor auteursrechtelijke bescherming zoals teksten (bv. een boek, een tijdschriftartikel, een thesis etc.), foto’s, tekeningen, schilderijen, beeldhouwwerken, architecturale plannen, muziekwerken, websites, audiovisuele werken, software etc. De enige voorwaarde is dat er creatieve/originele elementen kunnen aangeduid worden.

Wat wordt er niet beschermd?

Het auteursrecht beschermt enkel voortbrengselen van de menselijke geest. Dat wil zeggen dat in de huidige stand van de wetgeving geen bescherming kan toegekend worden aan creaties van dieren of robots. Deze invulling komt de laatste tijd onder druk te staan in het kader van creaties ontwikkeld middels artificiële intelligentie waar vaak geen menselijke tussenkomst kan worden aangeduid.

Het auteursrecht beschermt enkel een concrete uitdrukkingsvorm. Dat wil zeggen dat er geen bescherming wordt toegekend aan ideeën (hoe geniaal die ook moge zijn), aan concepten, werkwijzen, methodes, stijlen, technieken, modes etc. Enkel de concrete vorm waarin een idee of mode of stijl tot uiting komt, kan worden beschermd. Dit betekent dat bv. een stappenplan of een methode die in wetenschappelijke literatuur wordt beschreven door iedereen kan worden overgenomen en/of toegepast.

Hetzelfde geldt voor ruwe feiten in een tekst. Het auteursrecht beschermt enkel de concrete expressie waarin deze feiten zijn neergeschreven maar geven geen exclusiviteit op de blote feiten zelf. Dit betekent dat bv. iedereen feiten uit teksten mag overnemen (zoals historische of wetenschappelijke gegevens).

Hoe en hoelang wordt auteursrechtelijke bescherming toegekend?

Hoe?

Het auteursrecht komt automatisch tot stand bij creatie van het werk. Er dienen dus geen formaliteiten (zoals een registratie of depot) te worden verricht.


Het is aan te raden dat de auteur zijn naam (eventueel vergezeld van het ©- symbool) aanbrengt op/aan/in het werk. Dit is geen verplichting, maar dit doet volgens de wet wel een (weerlegbaar) vermoeden ontstaan dat die persoon de auteur is. Indien een andere persoon beweert dat hij de auteur is, dient deze al het tegenbewijs te leveren.

Dit bewijs kan geleverd worden door bv. het ontwerpmateriaal of digitale bestanden voor te leggen. Via i-depot kan alvast een vaste datum verkregen worden.

Hoelang?


Het auteursrecht loopt gedurende het ganse leven van de auteur én tot 70 jaar na diens overlijden. Na diens overlijden worden de auteursrechten uitgeoefend door de erfgenamen of legatarissen. Is een werk door verschillende auteurs gemaakt dan wordt de 70-jarige termijn berekend vanaf het overlijden van de langstlevende auteur.

Eens de auteursrechtelijke beschermingstermijn is verstreken valt het werk in het publiek domein en kan het door iedereen vrijelijk en ongelimiteerd worden gebruikt. Dit betekent anno 2021 dat werken waarvan de auteur uiterlijk in 1950 is overleden tot het publiek domein behoren.

Aan wie komt het auteursrecht toe?

De auteur ontvangt het auteursrecht

Het auteursrecht komt steeds toe aan de fysieke persoon die het werk heeft gecreëerd.

Een werk gemaakt in opdracht of in het kader van een arbeidsovereenkomst komt dus niet automatisch toe aan de opdracht- of werkgever.

Coauteurs

Wordt een werk door verschillende auteurs gecreëerd, dan zijn zij allen te beschouwen als coauteurs, op voorwaarde dat zij elk een eigen originele bijdrage aan dit werk kunnen aanwijzen.

Het feit dat iemand een auteur begeleidt of ideeën aan de aueur heeft gegeven, maakt deze persoon niet automatisch coauteur van het werk Hetzelfde geldt voor de opdrachtgever wiens idee wordt uitgewerkt of die de opdracht heeft vastgelegd. Zij kunnen enkel als co-auteur aangemerkt worden indien zij een creatieve bijdrage aan het werk kunnen aanduiden. Het feit dat gebruik gemaakt worden van iemands bronnen, materiaal of ideeën is in ieder geval niet voldoende om coauteur te zijn.

Indien men een werk, gecreëerd door meerder auteurs, wil gebruiken, dan heeft men dus in principe de toestemming van al deze studenten als coauteurs nodig.

Overdracht en licentie


De auteur kan zijn rechten wel overdragen of in licentie geven aan een derde (men spreekt dan over de auteursrechthebbende). Een overdracht betekent dat de auteur onherroepelijk zijn rechten aan een derde partij overdraagt en dus nadien geen zeggenschap mee heeft over zijn werk (en dus bij verder gebruik van zijn eigen werk de toestemming dient te vragen van de auteursrechthebbende). Een minder verregaande vorm is een licentie. Hierbij draagt een auteur zijn auteursrechten niet over doch kent hij enkel een (exclusief of niet-exclusief) gebruiksrecht toe aan een bepaald persoon.

Om het bewijs van deze overdracht ten aanzien van de auteur te leveren, dient deze overdracht of licentie wel schriftelijk zijn vastgelegd. Ter bescherming van de auteur dient deze overdracht aan een aantal voorwaarden te voldoen die in de wet worden opgesomd.

Bestaan er uitzonderingen op de vermogensrechten?

De wet kent evenwel een hele resem uitzonderingen op de vermogensrechten (art. XI.189-XI.193 WER).
Belangrijk hierbij is dat de uitzonderingen enkel van toepassing zijn op werken die reeds bekend zijn gemaakt en uit legale bron verkregen zijn. Op werken die uit illegale bron zijn verkregen (denk bv aan torrentsites) kunnen de uitzonderingen dan ook niet worden toegepast.

Alle uitzonderingen zijn van dwingend recht en kunnen dus contractueel niet geneutraliseerd worden (zo kan in een overeenkomst met een uitgever of een externe stagepartner niet geschreven staan dat de uitzonderingen niet kunnen toegepast worden).

Hieronder worden de uitzonderingen besproken die specifiek in een context van onderwijs en wetenschap van belang zijn (art. XI.191/1-XI.191/2). Belangrijk hierbij is dat voor de toepassing van deze uitzondering vereist is dat er bij het gebruik van werken geen winstgevende doelstelling wordt nagestreefd. De bron en de auteur van het gebruikte werk dienen ook steeds vermeld te worden.


(i) Ten behoeve van onderwijs of wetenschappelijk onderzoek kan geciteerd worden uit werken. Het gebruik dient zich hierbij te beperken tot korte fragmenten (zij het dat aanvaard wordt dat een foto/afbeelding integraal kan worden ‘geciteerd’). De citaten dienen onderdeel uit te maken van een groter geheel, waarbij er dus een inhoudelijke terugkoppeling bestaat naar het geciteerde werk. Bv. een student kan in zijn bachelorproef een passage citeren uit een ander werk.
(ii) Ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek kunnen werken worden gereproduceerd. Bladmuziek is evenwel uitgesloten. Bv een docent kan bij het begin van de les aan de studenten een kopie uitdelen van een tekst ter illustratie bij de lesstof.
(iii) In het kader van schoolactiviteiten (waaronder een publiek examen) kunnen werken ook worden uitgevoerd (zoals het afspelen van muziek of films). Dit gebruik kan zowel binnen als buiten de gebouwen van de onderwijsinstelling plaatsvinden, mar dient kosteloos te gebeuren.
(iv) Onderwijs- en wetenschappelijke instellingen kunnen (volledige) werken meedelen voorzover dit gebeurt via beveiligde interne netwerken. Bv via het het eigen platform van een hoge school of universiteit kunnen werken beschikbaar worden gesteld aan studenten of docenten
(v) Onderzoeksorganisaties kunnen met het oog op wetenschappelijk onderzoek aan tekst- en datamining doen op werken waartoe zij rechtmatige toegang hebben (bv. er kan aan datamining worden gedaan op het materiaal in databanken waartoe de onderzoeksinstelling een abonnement heeft)


Ongeacht bij wie de auteursrechten op een werk zich bevinden, kan onder de voorwaarden van deze uitzonderingen gebruik worden gemaakt van dit werk.