De handelsnaam is een cruciaal element van de commerciële identiteit van een onderneming. In België wordt de handelsnaam beschermd om verwarring bij het publiek te voorkomen en de reputatie en van ondernemingen te waarborgen.
Onze advocaten zijn gespecialiseerd in de bescherming van de handelsnaam. Hieronder geven wij een overzicht van hoe de handelsnaam beschermd wordt in België.
Wat is een handelsnaam?
Een handelsnaam is de naam waaronder een onderneming haar commerciële activiteiten uitvoert en zich presenteert aan het publiek. Dit is de naam die klanten zien op uithangborden, facturen, en andere communicatiemiddelen. De handelsnaam dient ter onderscheiding van de handelzaak.
De handelsnaam is niet hetzelfde als de vennootschapsnaam. De vennootschapsnaam, ook wel maatschappelijke benaming genoemd, is de officiële naam van een rechtspersoon zoals vastgelegd in de statuten en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Deze naam dient ter juridische en administratieve identificatie van de vennootschap en heeft geen publicitaire functie. De bescherming van de vennootschapsnaam strekt zich uit over heel België. Het is mogelijk dat een onderneming dezelfde naam hanteert als handelsnaam en vennootschapsnaam, maar dit is niet altijd zo. Zo kan een vennootschap onder een bepaalde officiële naam geregistreerd zijn, terwijl zij commercieel opereert onder een andere naam die beter aansluit bij haar marketingstrategie.
De handelsnaam is ook niet hetzelfde als een merk, dat specifiek dient om producten of diensten te onderscheiden van die van concurrenten. Terwijl een merk geregistreerd moet worden bij officiële instanties zoals het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BOIP), ontstaat het recht op een handelsnaam door het eerste publieke en voortdurende gebruik ervan in het handelsverkeer.
Wat is de juridische grondslag van de bescherming van de handelsnaam?
De bescherming van de handelsnaam vindt haar grondslag in artikel 8 van het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot bescherming van de industriële eigendom: De handelsnaam zal in alle landen der Unie zonder verplichting van depot of inschrijving, beschermd worden onverschillig of hij al dan niet deel uitmaakt van een fabrieks- of handelsmerk.
In België kan de bescherming van de handelsnaam afgedwongen worden via de regels inzake oneerlijke handels- en marktpraktijken en meer bepaald via de artikelen VI.98,1°, VI.104, en VI.105,8° van het Wetboek van Economisch Recht (WER).
In tegenstelling tot Nederland kent België dus geen specifieke Handelsnaamwet.
Hoe ontstaat en eindigt de bescherming van de handelsnaam?
De bescherming van de handelsnaam ontstaat door het gebruik door een onderneming van een bepaalde handelsnaam. De bescherming van de handelsnaam is dus niet afhankelijk van een depot of registratie, zoals bijvoorbeeld in het merkenrecht.
Om de bescherming van de handelsnaam in stand te houden is een zichtbaar en voortdurend publiek gebruik vereist. Eens een onderneming dit gebruik stopt, dan stopt ook de bescherming van de handelsnaam.
Ook banale namen kunnen worden beschermd; de handelsnaam moet geen onderscheidend karakter hebben zoals in het merkenrecht. Wel zullen banale handelsnamen, die uit zichzelf geen of onvoldoende, onderscheidend vermogen hebben, wel een beperktere beschermingsomvang hebben dan deze die wel onderscheidend vermogen hebben, tenzij de handelsnaam met weinig onderscheidend vermogen op zich het voorwerp heeft uitgemaakt van bijzonder intensieve en voortdurende publicitaire inspanningen.
Zijn er beperkingen aan de bescherming van de handelsnaam?
De handelsnaam wordt enkel beschermd in het gebied waar hij een uitstraling heeft. Dit gebied kan lokaal zijn (bv. de regio Brugge of de provincie Limburg), nationaal of internationaal.
Dit gebied dient door de eerste gebruiker in het geval van een inbreuk te worden aangetoond. Dit is een verschil met het merkenrecht waarbij bijvoorbeeld een Beneluxmerk automatisch bescherming biedt voor het hele grondgebied van de Benelux.
Gaat het om een buitenlandse handelsnaam, dan moet de eerste gebruiker aantonen dat zijn handelsnaam in België voldoende ingeburgerd is en bekendheid geniet.
Omvang van de bescherming
De bescherming van een handelsnaam houdt in dat de eerste gebruiker van een handelsnaam beschermd wordt tegen gevaar op verwarring. Deze verwarring kan visueel (gelijkaardige kleuren of lettertypes), auditief (gelijkaardige klanken) of conceptueel (gelijkaardige vormen) zijn.
Bescherming wordt geboden tegen 2 vormen van verwarring: het gevaar dat het publiek de ene onderneming voor de andere neemt (rechtstreeks gevaar voor verwarring) of dat het publiek door het associatief verband tussen twee benamingen er van uit gaat dat er – in werkelijkheid onbestaande – banden tussen de betrokken ondernemingen bestaan (onrechtstreeks gevaar voor verwarring).
Het verwarringsgevaar moet in concreto beoordeeld worden, rekening houdend met alle omstandigheden. Bij de beoordeling van het gevaar voor verwarring houdt de Belgische rechtspraak rekening met de drie volgende criteria:
1) de gelijkenis tussen de handelsnamen zelf;
2) de aard van de respectieve commerciële activiteiten; en
3) het territorium waarop de activiteiten worden uitgeoefend.
Het is niet vereist dat deze criteria cumulatief vervuld te zijn. Deze criteria hangen wel onderling samen: zo bv. kan een geringe mate van overeenstemming van de uitgeoefende commerciële activiteiten gecompenseerd worden door de identieke of zeer grote overeenstemming van de handelsnamen.
Wat het eerste criterium betreft, oordeelt de Belgische rechtspraak dat overeenstemming tussen twee handelsnaam – zoals in het merkenrecht – moet beoordeeld worden op basis van de volledige benamingen zoals ze effectief en concreet worden gebruikt. Bij de totaalindruk spelen de onderscheidende en dominerende bestanddelen van de handelsbenamingen een zeer belangrijke rol spelen, aangezien dit de elementen zijn die de aandacht van het publiek trekken. Het verwarringsgevaar moet synthetisch en niet analytisch worden beoordeeld: de gelijkenissen zin belangrijker dan de verschillen.
Wat het tweede criterium betreft, is het niet vereist dat de activiteiten van beide ondernemingen identiek zijn. Het volstaat dat de ondernemingen potentieel het zelfde publiek aanspreken, wat een bepaalde band kan doen vermoeden tussen hen. De Belgische rechtspraak is verdeeld wat de concurrentiegraad betreft: volgens sommige rechtspraak is het niet vereist dat ze elkaar concurrenten zijn, terwijl andere rechtspraak oordeelt dat er geen verwarring kan bestaan wanneer de twee ondernemingen geen concurrenten zijn.
Wat het derde criterium betreft, oordeelt de Belgische rechtspraak dat het verwarringsgevaar het grootst is wanneer de territoria waarin beide ondernemingen actief zijn elkaar overlappen dan wel dicht bij elkaar gesitueerd zijn. Wel is het zo dat de potentiële ruimtelijke invloedssfeer die de ondernemingen hebben, meespeelt in de beoordeling. De rol van het internet en het feit dat de consument mobiel is zorgt er voor dat de geografische bekendheid van de handelsnaam ruimer wordt en dikwijls niet meer beperkt tot directe nabijheid van de uitbating waarvoor de handelsnaam wordt gebruikt.
Handhaving van handelsnaamrechten
Indien een onderneming merkt dat haar handelsnaam in België onrechtmatig wordt gebruikt door een andere onderneming, zijn er verschillende juridische stappen mogelijk:
- Stakingsvordering: Een procedure bij de voorzitter van de ondernemingsrechtbank, zetelend zoals in kort geding, om het verdere gebruik van de inbreukmakende handelsnaamnaam te laten verbieden in de regio waarin de eerste gebruiker actief is. De inbreukpleger wordt zodoende verplicht zijn handelsnaam te wijzigen. Een dergelijk bevel kan gekoppeld worden aan een dwangsom om te garanderen dat het bevel effectief wordt uitgevoerd.
- Schadevergoeding: Indien aangetoond kan worden dat de onderneming schade heeft geleden door het onrechtmatige gebruik, kan een schadevergoeding gevorderd worden voor de ondernemingsrechtbank.
Het is belangrijk om bij dergelijke procedures voldoende bewijs te hebben van het eerste en voortdurende gebruik van de handelsnaam, evenals de bekendheid en het bereik ervan.
Praktische aanbevelingen voor ondernemingen
Om de bescherming van uw handelsnaam in België te optimaliseren, wordt het volgende aangeraden:
- Bewijs van eerste gebruik: Bewaar voldoende communicatiemateriaal uit het verleden zodat in het geval van een discussie het bewijs van eerste gebruik kan geleverd worden.
- Publiek en voortdurend gebruik: Gebruik uw handelsnaam zichtbaar op alle bedrijfsuitingen, zoals websites, facturen en reclame-uitingen.
- Registratie overwegen: Hoewel niet verplicht, kan het registreren van uw handelsnaam in de KBO of als Beneluxmerk bij het BOIP extra juridische bescherming en bewijs leveren.
- Monitoring: Houd de markt en merkregistraties in de gaten om tijdig inbreuken op uw handelsnaam op te sporen.
- Juridisch advies inwinnen: Bij twijfel, of bij een geconstateerde inbreuk, is het verstandig om juridisch advies in te winnen bij een advocaat om de juiste stappen te ondernemen.
Door proactief om te gaan met de bescherming van uw handelsnaam kunt u de unieke identiteit van uw onderneming veiligstellen en uw positie in de markt versterken.