Een arrest van het hof van beroep te Brussel van 30 september 2025 werpt een verhelderend licht op de bescherming van iconische modekenmerken, zoals het beroemde gele stiksel en het zoolpatroon van Dr. Martens laarzen. De uitspraak bevestigt dat herkenbare elementen die door langdurig en intensief gebruik als merk worden gezien, stevige juridische bescherming genieten, maar stelt ook duidelijke grenzen aan hoe ver die bescherming reikt, met name als het gaat om kleurvariaties.
De feiten: iconische laarzen versus look-alikes
De zaak draaide rond Airwair International Limited, de producent van de wereldberoemde Dr. Martens schoenen , en Retail Distribution Concepts BV (Redisco), de uitbater van de Belgische schoenenketens Mano en Pronti. Airwair beschuldigde Redisco ervan laarzen te verkopen die inbreuk maakten op verschillende van haar geregistreerde merken.

Het geschil concentreerde zich op vier specifieke merken van Airwair:
- Het gele stikselmerk: Een positiemerk voor het gele stiksel in de rand tussen het bovenleer en de zool.
- Het ‘gele stiksel op een zwarte welt’-merk: Een meer specifiek positiemerk voor dezelfde feature.
- Het ‘DMS-zoolpatroon’-merk: Een vormmerk voor het unieke patroon van de schoenzool.
- Het ‘weerstandsrechthoek’-merk: Een beeldmerk op de zool dat de bestendigheid tegen olie, vet, en andere stoffen aangeeft.
Redisco verkocht in haar winkels verschillende modellen laarzen van leveranciers Apex Footwear en Rolling Business, die volgens Airwair te veel leken op de originele Dr. Martens, inclusief varianten met oranje en witte stiksels en een vergelijkbaar zoolpatroon.

De beslissing van het hof van beroep
Het hof van beroep te Brussel oordeelde grotendeels in het voordeel van Airwair, maar niet over de hele lijn. De beslissing van het hof kan als volgt worden samengevat:
- Het zoolpatroon (Benelux-merk 0588726): Het hof oordeelde dat het zoolpatroon van Dr. Martens wél voldoende onderscheidend vermogen heeft. Het wijkt significant af van wat gangbaar is in de sector en stelt consumenten in staat de schoenen te herkennen als afkomstig van een specifieke fabrikant. De tegenvordering van Redisco om dit merk nietig te verklaren, werd dan ook afgewezen. De door Redisco verkochte schoenen met een zeer gelijkaardig zoolpatroon maakten hierdoor inbreuk op het merk van Airwair.
- Het gele stiksel (Benelux-merk 0588724): Het hof stelde vast dat een stiksel tussen zool en bovenleer op zich een functioneel en gangbaar element is, met name door de bekende ‘Goodyear-welt’-productiemethode. Het merk had dus van oorsprong geen intrinsiek onderscheidend vermogen. Echter, door decennialang intensief gebruik, marketing en de algemene perceptie in de pers en bij het publiek, heeft het gele stiksel onderscheidend vermogen door inburgering verkregen. Het is een iconisch kenmerk geworden dat de consument direct linkt aan Dr. Martens.
- De inbreuk door oranje en witte stiksels: Hier maakte het hof een onderscheid:
- Oranje stiksel: Het hof oordeelde dat er een gemiddelde visuele overeenstemming was tussen het oranje stiksel op de Redisco-schoenen en het gele stikselmerk van Airwair. Gezien het grote onderscheidend vermogen van het merk en de identieke producten (laarzen), was er een reëel gevaar voor verwarring bij de consument. Dit gebruik werd dus als een merkinbreuk beschouwd.
- Wit stiksel: Voor de schoenen met een wit stiksel oordeelde het hof anders. Het visuele verschil tussen wit en geel is te groot om van overeenstemming te spreken. Het hof stelde dat “de bewering van Airwair dat ook een wit stiksel behoort ‘tot het gele kleurenspectrum’ niet ernstig is”. Omdat er geen overeenstemming was, kon er ook geen verwarringsgevaar zijn, en dus was er geen sprake van een merkinbreuk.
Juridische analyse en duiding
Dit arrest toont de complexiteit van het merkenrecht aan. De beslissing van het hof illustreert perfect hoe verschillende juridische principes (onderscheidend vermogen, inburgering, verwarringsgevaar) elkaar kruisen, maar sommige punten zijn toch vatbaar voor kritiek.
1. De kracht van inburgering
De analyse van het hof over het gele stiksel en het zoolpatroon is een juridisch klassieke redenering. Technisch of functionele elementen (zoals een stiksel of een zoolprofiel) zijn in principe ‘vrij’ en kunnen moeilijk als merk worden gemonopoliseerd.
Airwair bewijst hier echter succesvol dat deze elementen door decennialang, intensief en consistent gebruik een ‘tweede leven’ hebben gekregen. Het publiek herkent de schoen aan het stiksel en aan het zoolpatroon. Daarmee is het niet langer louter een functioneel onderdeel, maar een herkomstaanduiding (een merk). Dit heet ‘onderscheidend vermogen door inburgering’.
2. De ‘variabele’ consument: een inconsistente analyse?
De meest te bekritiseren punten van het arrest hebben betrekking op de beoordeling van het verwarringsgevaar. Er is een inconsistentie in de manier waarop het hof de gemiddelde consument inschat:
- Bij het zoolpatroon: Het hof oordeelt dat de consument een laag aandachtsniveau heeft. De verschillen tussen het originele patroon en de look-alike zijn te onbeduidend en de consument zal ze niet opmerken, wat leidt tot verwarring.
- Bij het witte stiksel: Hier lijkt het hof diezelfde consument plotseling een zeer hoog aandachtsniveau toe te dichten. De consument merkt nu wél de verschillen op in de dikte van de draad en de grootte van de steek.
Het is juridisch moeilijk te verantwoorden hoe dezelfde consument op het ene moment zo onoplettend is (bij de zool) en op het andere moment zo detailgericht (bij het stiksel).
3. De grenzen van kleurbescherming
De inconsistentie zet zich door in de analyse van de kleuren. Het hof oordeelt:
- Oranje stiksel: Ligt visueel dicht genoeg bij geel om verwarring te stichten. Dit is een inbreuk.
- Wit stiksel: Is visueel té verschillend van geel. Dit is geen inbreuk.
Als het gele stiksel zó iconisch en ingeburgerd is, dan zou de bescherming zich juist moeten uitstrekken tot elke variant die bij het publiek een verband oproept. Als oranje die associatie kan opwekken, waarom wit dan niet? De harde grens die het hof nu trekt (oranje = ja, wit = nee) voelt enigszins willekeurig. Als het merk enkel het gele stiksel beschermt, zou de bescherming zich in theorie moeten beperken tot tinten geel, en niet tot oranje.
4. De beschrijvende woorden op de zool
Vragen kunnen ook gesteld worden bij het ‘weerstandsrechthoek’-merk. Het hof stelt een inbreuk vast omdat Redisco de woorden ‘OIL FAT ACID PETROL ALKALI RESISTANT’ in eenzelfde layout gebruikte. Het hof had hier echter dieper kunnen ingaan op de vraag of de gemiddelde Benelux-consument deze Engelse termen wel als een merk ziet, en niet louter als een beschrijvende opsomming van eigenschappen. Als die woorden louter beschrijvend zijn, hebben ze een zeer laag onderscheidend vermogen, en is het louter kopiëren van de layout mogelijk niet voldoende om tot een reëel verwarringsgevaar te besluiten.
Wat dit concreet betekent
- Voor merkhouders: Dit arrest onderstreept het belang van het consequent gebruiken en promoten van uw merkkenmerken. Zelfs functionele of decoratieve elementen kunnen uitgroeien tot waardevolle, afdwingbare merkrechten als u kunt aantonen dat het publiek ze als uw ‘handtekening’ herkent. Documenteer uw marketinginspanningen, verkoopcijfers en media-aandacht zorgvuldig; dit bewijs is belangrijk om onderscheidend vermogen door inburgering aan te tonen.
- Voor retailers en producenten: Wees voorzichtig met het ‘inspiratie’ halen uit bekende merken. Het overnemen van een combinatie van kenmerkende elementen (zoals een specifiek silhouet, een zoolpatroon én een gekleurd stiksel) verhoogt het risico op een succesvolle vordering tot staking. Dit arrest maakt duidelijk dat zelfs een kleine aanpassing in kleur (van geel naar oranje) niet volstaat om aan een inbreuk te ontsnappen. Een duidelijker afwijkende kleur (zoals wit) kan het risico echter aanzienlijk verkleinen. Een grondige analyse van de merken van concurrenten is essentieel alvorens een nieuw product op de markt te brengen.
FAQ (Veelgestelde Vragen)
Is elk geel stiksel op een schoen nu een merkinbreuk?
Niet noodzakelijk. De bescherming is specifiek voor het gebruik van een geel stiksel in de rand tussen het bovenleer en de zool van een schoen, op een manier die bij het publiek verwarring kan scheppen met het merk Dr. Martens. Context is alles: de combinatie met andere designelementen en de algemene indruk van de schoen spelen een grote rol.
Wat is het verschil tussen een vormmerk en een positiemerk?
Een vormmerk beschermt de driedimensionale vorm van een product zelf, zoals het unieke zoolpatroon van de Dr. Martens-schoen. Een positiemerk beschermt een specifiek teken (zoals een kleur, een logo of een patroon) dat op een welbepaalde en constante plaats op het product is aangebracht, zoals het gele stiksel op de rand van de zool.
Waarom werd het oranje stiksel wel als inbreuk gezien en het witte niet?
Het hof oordeelde dat de kleur oranje visueel dicht genoeg bij geel ligt om bij de gemiddelde consument verwarring te veroorzaken over de herkomst van de schoen. Wit daarentegen werd als een visueel duidelijk verschillende kleur beschouwd, waardoor er geen sprake was van overeenstemming en dus ook geen risico op verwarring.
Conclusie
Deze uitspraak toont de kracht, maar ook de grenzen van merkbescherming in de modewereld. Iconische kenmerken die door jarenlange investering en gebruik zijn ingeburgerd, genieten een robuuste bescherming in België. Tegelijkertijd bewaakt de rechter het evenwicht en voorkomt hij dat een merk een te breed monopolie krijgt op algemene designelementen zoals contrasterende stiksels in het algemeen.



