De ‘voordelen’ van de brouwer: lening, handelshuur en ‘fonds perdu’

Een brouwerijcontract wordt zelden ondertekend louter en alleen voor de levering van bier. De zware en langdurige drankafnameverplichtingen staan zelden op zichzelf. Ze vormen de directe tegenprestatie voor een pakket van significante economische voordelen die de brouwerij of drankenhandelaar aanbiedt. Het zijn precies deze ‘voordelen’ die de overeenkomst zo aantrekkelijk maken voor een startende ondernemer die kapitaal zoekt, of een gevestigde uitbater die zijn zaak wil renoveren.

Het is echter van cruciaal en strategisch belang om te begrijpen dat dit geen geschenken zijn. Juridisch gezien is elk ‘voordeel’ een afzonderlijk contract (of een onderdeel van het overkoepelende raamcontract) met zijn eigen specifieke voorwaarden, verplichtingen en valkuilen. Deze prestaties creëren een diepe financiële, operationele en juridische verwevenheid tussen u en de brouwerij.

Hieronder analyseren we de meest voorkomende prestaties van de brouwerij: de directe financiële steun (lening, ‘fonds perdu’, borgstelling), de materiële steun (bruikleen) en de meest ingrijpende en bindende van allemaal: het handelshuurcontract.


De directe financiële injectie: het ‘smeermiddel’ van het contract

De meest directe en verleidelijke manier waarop een brouwerij een uitbater over de streep trekt, is met financiële ondersteuning. Deze kan verschillende vormen aannemen, elk met eigen juridische gevolgen.

1. De geldlening

Dit is de meest klassieke vorm. De brouwerij of drankenhandelaar verstrekt een lening aan de horeca-uitbater, vaak tegen een gunstiger (of zelfs geen) rentetarief dan bij een traditionele bank. Het gaat om een ‘lening op interest’ of een ‘renteloze lening’, bedoeld voor de aankoop van het handelsfonds, de financiering van verbouwingen, of als werkkapitaal.

De valkuil zit in de onlosmakelijke koppeling met het brouwerijcontract:

  • Looptijd: De looptijd van de lening wordt vrijwel altijd gelijkgeschakeld met de looptijd van het drankafnamecontract (bv. 10 jaar).
  • Terugbetaling: De terugbetaling kan op verschillende manieren: via maandelijkse aflossingen, of soms via een korting per afgenomen hectoliter.
  • De sanctieclausule: Het contract zal onvermijdelijk stipuleren dat bij een zware wanprestatie onder het brouwerijcontract (bv. het niet halen van het minimumvolume of het aankopen bij een concurrent) de lening onmiddellijk en integraal opeisbaar wordt. Dit betekent dat u het volledige resterende bedrag in één keer moet terugbetalen, wat voor de meeste horecazaken een financieel doodvonnis betekent.

2. Niet-terugvorderbare betaling (‘fonds perdu’)

Dit is commercieel de meest aantrekkelijke, maar juridisch de meest venijnige constructie. Een ‘fonds perdu’ wordt gepresenteerd als een bedrag dat de brouwerij u ‘schenkt’ of ‘ten goede komt’. U hoeft het in principe niet terug te betalen. Het wordt vaak ingezet als verbouwingspremie of commerciële tegemoetkoming.

De realiteit is echter dat dit bedrag nooit onvoorwaardelijk is. Het contract zal bepalen dat het bedrag pro rata temporis (naar verhouding van de verstreken tijd) als ‘definitief verworven’ wordt beschouwd.

  • Voorbeeld: U krijgt een ‘fonds perdu’ van €20.000 voor een contract van 10 jaar. U stopt er na 6 jaar mee of pleegt contractbreuk. Het contract zal dan bepalen dat u de nog niet ‘verdiende’ 4/10e van het bedrag (in dit geval €8.000) onmiddellijk moet terugbetalen.
  • Juridisch gezien is dit geen ‘schenking’ (een handeling ‘om niet’), maar een financiële tegemoetkoming die onlosmakelijk verbonden is aan de volledige en ononderbroken uitvoering van uw afnameverplichting gedurende de volledige looptijd.

3. Borgstelling of accessoire persoonlijke zekerheid

Een meer indirecte, maar even waardevolle, vorm van steun is de borgstelling. In dit scenario leent u het benodigde kapitaal bij een bank. De bank, die de horecasector als risicovol beschouwt, weigert echter de lening toe te kennen zonder extra zekerheid.

De brouwerij stapt dan mee in het verhaal en stelt zich persoonlijk borg voor uw lening. Mocht u de bank niet meer kunnen betalen, dan zal de bank bij de brouwerij aankloppen voor de (rest)schuld.

Dit geeft u als uitbater toegang tot bankkrediet dat u anders nooit zou krijgen. Uiteraard doet de brouwerij dit enkel in ruil voor een ijzersterk en langdurig brouwerijcontract. Het creëert een driehoeksverhouding (u – bank – brouwerij) die uw afhankelijkheid nog vergroot.


De materiële ondersteuning: ‘gratis’ materiaal in bruikleen

Naast cash is ook de materiële inrichting van een horecazaak een zeer zware kost. Brouwerijen bieden daarom vaak aan om essentiële (en dure) onderdelen van de inrichting te voorzien.

De bruikleenovereenkomst (‘commodaat’)

Dit is de juridische term voor het ‘gratis’ ter beschikking stellen van materiaal. De brouwerij blijft te allen tijde eigenaar, maar u mag het ‘lenen’ zolang het contract loopt. De meest voorkomende voorbeelden zijn:

  • De volledige tapinstallatie (leidingen, kranen, koeling)
  • Koelkasten, koelcellen en vrieskisten (vaak met het logo van de brouwerij)
  • Parasols, terrasmeubilair, glaswerk
  • Lichtreclame, uithangborden en andere ‘branding’

Dit is juridisch gezien geen huur, maar een bruikleen (of ‘commodaat’), omdat het gratis is (juridisch: ‘om niet’). De voordelen (lagere investeringskost) zijn duidelijk, maar de verplichtingen en nadelen zijn significant:

  1. Gebruiksplicht: Het materiaal mag vanzelfsprekend enkel gebruikt worden voor de producten van de brouwerij. Een concurrerend biervat aansluiten op de tapinstallatie van de brouwerij is een grove contractbreuk.
  2. Onderhoudsplicht: Als ‘bruiklener’ bent u verplicht om als een ‘voorzichtig en redelijk persoon’ voor het materiaal te zorgen. De vraag wie opdraait voor de kosten van onderhoud en herstellingen is vaak een bron van discussie en moet duidelijk in het contract worden geregeld.
  3. Onmiddellijke teruggaveplicht: Bij het einde of de verbreking van het contract (bv. na 10 jaar, of bij een faillissement of contractbreuk) moet al het materiaal onmiddellijk en in goede staat (normale slijtage uitgezonderd) worden teruggegeven. Dit kan een zaak operationeel lamleggen.
  4. De mededingingsrechtelijke valkuil: Zoals op deze pagina uitvoerig besproken, mag de brouwerij de bruikleen van dit roerend goed (materiaal) nooit inroepen als argument om de exclusieve afnameplicht langer dan de maximale 5 jaar te laten duren.

Het handelshuurcontract

De meest ingrijpende, meest voorkomende en structureel belangrijkste prestatie die een brouwerij kan bieden, is het pand zelf. Brouwerijen zijn historisch gezien eigenaar van een immens patrimonium aan horecapanden, vaak op absolute toplocaties.

Waarom is dit de ultieme binding?

Wanneer de brouwerij u het pand verhuurt, ontstaat er een dubbele juridische relatie die de afhankelijkheid totaal maakt:

  1. U bent afnemer (via het brouwerijcontract).
  2. U bent huurder (via het handelshuurcontract).

Deze contracten zijn in de praktijk onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een wanprestatie onder het brouwerijcontract (bv. het niet halen van uw quotum of het schenken van een concurrent) zal zo goed als zeker ook ingeroepen worden als een zware contractuele wanprestatie onder het huurcontract, wat kan leiden tot de gerechtelijke ontbinding van de huur en uw uithuiszetting.

Deze constructie heeft één allesbepalend voordeel voor de brouwerij: zoals we op deze pagina besproken hebben, is dit de enige juridisch sluitende manier om de maximale duur van 5 jaar (opgelegd door het mededingingsrecht) te omzeilen. Door het contract te koppelen aan een handelshuur, kan de exclusieve afnameverplichting perfect legaal 9, 18 of zelfs 27 jaar duren.

De dwingende bescherming van de Handelshuurwet

Hier staat u als uitbater echter niet machteloos. De brouwerij mag als verhuurder niet zomaar alles in het contract schrijven. De Belgische Handelshuurwet is van dwingend recht.

Dit betekent dat de wet primeert op wat er in uw contract staat. Clausules die uw wettelijke bescherming als huurder proberen in te perken, zijn nietig. U geniet, zelfs tegenover een machtige brouwerij, van de volgende cruciale rechten:

  • Minimale duur: Een handelshuurcontract heeft een minimale duur van 9 jaar. Dit biedt u als uitbater een aanzienlijke stabiliteit en de tijd om uw investeringen terug te verdienen. (Een handelshuur van korte duur van maximaal één jaar is sinds 2016 ook mogelijk, maar veel minder gebruikelijk in deze context ).
  • Recht op huurhernieuwing: Dit is uw allerbelangrijkste recht. Tussen de 18e en de 15e maand voor het einde van de 9-jarige periode, heeft u het recht om (tot drie keer toe) een hernieuwing van uw huurcontract aan te vragen.
  • Beperkte weigeringsgronden: De brouwerij-verhuurder kan dit enkel weigeren onder strikte, wettelijk opgesomde voorwaarden (bv. eigen gebruik, zware verbouwingen, grove wanprestaties van de huurder, of een beter bod van een derde dat u niet wil evenaren). Bij een weigering zonder geldige reden (of omwille van verbouwingen/eigen gebruik) moet de brouwerij vaak een zware uitzettingsvergoeding betalen, die kan oplopen tot 3 jaar huur.
  • Recht op huurprijsherziening: Elke drie jaar kunnen zowel u als de verhuurder de Vrederechter vragen om de huurprijs te herzien, op voorwaarde dat de normale huurwaarde (door nieuwe, onvoorziene omstandigheden) met minstens 15% is gewijzigd.
  • Recht op verbouwingen: U heeft het recht om verbouwingen uit te voeren die nuttig zijn voor uw handel, zolang de kosten niet meer bedragen dan 3 jaar huur en de stabiliteit of veiligheid van het gebouw niet in het gedrang komt. De brouwerij kan zich hiertegen verzetten, maar enkel op basis van gegronde redenen.
  • Overdracht van huur en onderhuur: U mag uw handelshuurcontract overdragen aan de koper van uw handelszaak. Hoewel brouwerijcontracten dit vaak contractueel proberen te verbieden, biedt de wet procedures om een onredelijke weigering van de brouwerij aan te vechten.

De rechten van de brouwerij-verhuurder

De brouwerij heeft als verhuurder uiteraard ook sterke rechten. Het belangrijkste is het voorrecht van de onbetaalde verhuurder. Als u de huur niet betaalt, heeft de brouwerij een voorrangspositie op de opbrengst van de verkoop van uw inboedel (‘alles wat het pand stoffeert’) om de achterstallige huur te recupereren.


Andere voordelen: concessie en kortingen

1. De concessieovereenkomst

Soms is de structuur geen huur, maar een concessie. Dit is een complexer juridisch kader waarbij de brouwerij bijvoorbeeld het recht heeft om een handelszaak te exploiteren (bv. in een station, luchthaven of cultureel centrum) en dit exploitatierecht ‘in concessie’ geeft aan u als uitbater. Dit valt vaak onder de regels van de concessie van alleenverkoop, maar de specifieke voorwaarden kunnen sterk afwijken van een klassieke handelshuur.

2. Kortingen

Een laatste, veelvoorkomend ‘voordeel’ zijn de kortingen. Dit zijn vaak eindejaarsrabatten of staffelkortingen. U krijgt bijvoorbeeld een korting van X euro per hectoliter, die pas wordt uitbetaald op het einde van het jaar indien u het afgesproken minimumvolume hebt gehaald.

Dit is geen rechtstreekse financiering, maar een incentive om het quotum te halen. Het gevaar is dat u deze korting al incalculeert in uw businessplan, maar ze misloopt (en zelfs een boete moet betalen) als u het volume net niet haalt.


Conclusie

De ‘voordelen’ die een brouwerij biedt – leningen, ‘gratis’ geld, materiaal of het pand zelf – zijn de economische motor van het brouwerijcontract. Ze zijn echter nooit gratis. Ze vormen de prijs die de brouwerij betaalt om uw commerciële vrijheid af te kopen via een exclusieve en langdurige afnameplicht.

Elke prestatie is een afzonderlijk juridisch instrument dat een diepe afhankelijkheid creëert. De koppeling van een handelshuurcontract is de meest verregaande, omdat het de brouwerij toelaat u voor decennia aan zich te binden. Het is echter ook het domein waar u in België als uitbater het meest wordt beschermd door dwingende wetgeving.

Heeft u een voorstel gekregen dat een lening, ‘fonds perdu’ of een huurcontract combineert? Het is van vitaal belang om de wisselwerking tussen deze contracten te begrijpen voor u tekent.


Contact

Vragen? Advies nodig?
Neem contact op met Advocaat Joris Deene.

Telefoon: 09/280.20.68
E-mail: joris.deene@everest-law.be

Topics