De drankafnameverplichting is het hart en de ziel van elk brouwerijcontract. Het is het centrale ruilmiddel: de horeca-uitbater geeft zijn commerciële vrijheid deels op, en in ruil daarvoor ontvangt hij de noodzakelijke financiële of materiële ondersteuning van de brouwerij of drankenhandelaar.
Deze verplichting lijkt op het eerste gezicht misschien een eenvoudige zakelijke afspraak, maar het is juridisch en commercieel een van de meest ingrijpende clausules die u als ondernemer kunt ondertekenen. Het is vaak hier dat het ‘wurgmechanisme’ van een brouwerijcontract verborgen zit, via een combinatie van drie elementen: de reikwijdte van de producten (exclusiviteit), het volume van de afname (het quotum) en de prijs die u betaalt.
Een vage formulering, een te optimistische inschatting van uw verkoop, of een gebrek aan inzicht in de juridische kwalificatie van deze plicht kan desastreuze gevolgen hebben. Hieronder ontleden we de drankafnameverplichting in België, zodat u precies weet waarvoor u tekent.
Het essentiële bestanddeel: de ‘oorzaak’ van het contract
In juridische termen is de drankafnameverplichting een essentieel bestanddeel van de overeenkomst. Dit betekent dat het contract zonder deze clausule niet zou bestaan.
Voor de brouwerij is de zekerheid van afzet de fundamentele reden (de juridische ‘oorzaak’) om de verbintenis aan te gaan. De lening die zij verstrekt, het ‘fonds perdu’ dat zij betaalt, of het pand dat zij verhuurt, zijn allemaal prestaties die enkel worden geleverd omdat de uitbater zich verbindt om dranken af te nemen.
Indien de drankafnameverplichting om een of andere reden nietig zou worden verklaard (bv. omdat ze in strijd is met het mededingingsrecht), kan dit de hele overeenkomst doen instorten. De brouwerij zou dan kunnen argumenteren dat haar eigen prestatie (bv. de lening) zonder oorzaak was en kan zij deze terugvorderen.
Deze verplichting bestaat doorgaans uit twee componenten die samen of apart kunnen voorkomen:
- Een exclusieve afnameverplichting: Een ‘negatieve’ verbintenis om dranken niet bij een concurrent te kopen.
- Een minimale afnameverplichting: Een ‘positieve’ verbintenis om een minimumvolume te kopen.
Pijler 1: de exclusieve afnameverplichting (“exclusiviteit”)
De meest ingrijpende vorm van de afnameverplichting is de exclusiviteit. Deze clausule ontneemt de horeca-uitbater de fundamentele vrijheid om zelf zijn leveranciers te kiezen. De duivel zit hier in de details van de formulering.
De reikwijdte: wat valt er precies onder de exclusiviteit?
Een veelgemaakte fout is te veronderstellen dat ‘exclusiviteit’ enkel slaat op het pilsbier van de brouwerij. In de praktijk proberen brouwerijen deze verplichting zo breed mogelijk te formuleren. U moet de productlijst in het contract uiterst nauwkeurig analyseren:
- Pilsbieren: Dit is de logische basis.
- Speciaalbieren: Vallen alle speciaalbieren hieronder? Ook de bieren die de brouwerij enkel verdeelt (en niet zelf brouwt)? Wat met bieren van derden, zoals trappisten, die niet in de portefeuille van de brouwer zitten? Mag u die wel vrij aankopen?
- Frisdranken, waters en fruitsappen: Dit is een cruciaal aandachtspunt. Veel brouwerijen zijn ook distributeur van grote frisdrankmerken (bv. Coca-Cola of PepsiCo). Het contract kan u verplichten om ook alle frisdranken exclusief af te nemen, waardoor u vastzit aan één merk.
- Wijnen en sterke dranken: Sommige contracten strekken zich uit tot alle dranken, inclusief wijnen en gedistilleerd. Dit beperkt uw mogelijkheid om een unieke wijnkaart samen te stellen of in te spelen op trends met sterke dranken.
- Andere producten: In zeldzame gevallen kan de exclusiviteit zelfs betrekking hebben op koffie of andere waren.
Het “totaliteitsbeding” versus het “categoriebeding”
Juridisch maakt men een onderscheid:
- Het totaliteitsbeding: Verplicht u om alle dranken (of een zeer breed gamma) exclusief bij de contractpartij af te nemen. Dit is commercieel het meest verstikkend.
- Het categoriebeding: Beperkt de exclusiviteit tot specifieke, afgelijnde categorieën (bv. enkel pilsbieren en frisdranken). Dit geeft u als uitbater veel meer commerciële ademruimte om voor uw wijnen, speciaalbieren of koffie zelf op zoek te gaan naar de beste leverancier met de beste marges.
De ‘aanvullingsplicht’ en de vrijheid van ondernemen
Wat als een product niet in het gamma van de brouwerij zit? Stel, een nieuwe, trendy craftbeer wordt immens populair, maar uw brouwer levert het niet. Mag u het dan zelf aankopen bij een ander?
Veel contracten bepalen van niet. De exclusiviteit wordt dan zo geformuleerd dat u enkel de producten mag verkopen die de brouwerij aanbiedt. Dit is een zeer zware beperking van uw vrijheid van ondernemen. U kunt niet meer inspelen op de marktvraag, wat u direct omzet kost. Deze clausules zijn juridisch betwistbaar en kunnen, afhankelijk van de context, in strijd zijn met het mededingingsrecht of de regels inzake onrechtmatige B2B clausules.
Pijler 2: de minimaal af te nemen hoeveelheid (“het quotum”)
Naast of in plaats van exclusiviteit, bevatten brouwerijcontracten vrijwel altijd een verplichting om een minimaal aantal hectoliters (hl) per jaar af te nemen.
De rechtvaardiging: het berekende ‘return on investment’
Voor de brouwerij is dit een logische en berekende eis. Als zij een investering doet (bv. een lening van €50.000, een ‘fonds perdu’ van €20.000 of de verbouwing van een pand), maakt zij een berekening.
Voorbeeld: “Ik investeer €50.000 over een contract van 10 jaar. Om dit terug te verdienen, moet ik een winstmarge realiseren die deze investering rechtvaardigt. Ik bereken dat ik hiervoor een afzet van minstens 80 hl per jaar nodig heb tegen de afgesproken marge.”
Het minimumvolume is dus geen willekeurig getal, maar de commerciële ondergrens die de investering van de brouwerij rendabel maakt.
Cruciaal juridisch verschil: resultaats- versus inspanningsverbintenis
Dit is het belangrijkste juridische aandachtspunt van het quotum. De verplichting om een minimumvolume te halen, wordt zo goed als altijd geformuleerd als een resultaatsverbintenis.
- Een inspanningsverbintenis zou betekenen dat u enkel moet beloven uw best te doen om het volume te halen (bv. “de uitbater zal zich inspannen om…”). Als u het niet haalt, moet de brouwerij bewijzen dat u niet genoeg uw best heeft gedaan (bv. door de zaak te weinig te openen).
- Een resultaatsverbintenis betekent dat u belooft het resultaat te behalen. Het loutere feit dat u het quotum niet haalt (ongeacht hoe hard u uw best heeft gedaan), volstaat om een contractuele wanprestatie vast te stellen.
Het spreekt voor zich dat brouwerijcontracten de tweede vorm gebruiken. U bent contractueel aansprakelijk van zodra de teller op 31 december 79 hl staat in plaats van de afgesproken 80 hl.
Wat als u het quotum niet haalt? Sancties en verweermiddelen
Indien u het minimumvolume niet haalt, voorziet het contract doorgaans in zware sancties:
- Een forfaitair schadebeding (een boete) per niet-afgenomen hectoliter. Dit kan snel oplopen.
- De (gedeeltelijke) onmiddellijke opeisbaarheid van de verstrekte lening.
- In ernstige of herhaaldelijke gevallen: De gerechtelijke ontbinding van het contract ten laste van de uitbater, wat kan betekenen dat u ook het gehuurde pand moet verlaten.
De enige manier om aan deze sancties te ontsnappen, is door u te beroepen op overmacht (‘vreemde oorzaak’). Dit is een onvoorzienbare en onvermijdelijke gebeurtenis die de uitvoering van de verbintenis onmogelijk maakt.
- COVID-19: De verplichte sluiting van de horeca tijdens de pandemie was een schoolvoorbeeld van overmacht. Dit heeft geleid tot een specifiek addendum bij de Gedragscode om deze periodes te neutraliseren.
- Wegenwerken: Langdurige wegenwerken voor uw deur zijn geen overmacht. De rechtspraak beschouwt dit als een normaal, voorzienbaar commercieel risico.
- Imprevisie: Sinds het nieuwe Burgerlijk Wetboek (Boek 5) bestaat ook de leer van de imprevisie (verandering van omstandigheden). Als onvoorziene omstandigheden (die geen overmacht zijn) de uitvoering buitensporig zwaar maken, kunt u de rechter vragen het contract te heronderhandelen of aan te passen. Dit is echter een nieuwe en moeilijke juridische weg.
De leverancier: contract met de brouwerij of drankenhandelaar?
Een vaak vergeten aspect is met wie u precies contracteert. Dit kan de producent/brouwerij zelf zijn (bv. AB InBev, Alken-Maes) of een door hen erkende drankenhandelaar (groothandel).
Dit heeft praktische gevolgen. Een drankenhandelaar heeft vaak een bredere portefeuille en verdeelt merken van verschillende brouwerijen. Een exclusiviteitscontract met een drankenhandelaar kan daardoor commercieel flexibeler zijn, omdat u toegang krijgt tot een ruimer assortiment. De financiële draagkracht (voor leningen) is echter vaak groter bij de brouwerijen zelf.
De prijs: het commerciële sluitstuk van de afnameplicht
De afnameverplichting is onlosmakelijk verbonden met de prijs. Dit is waar de schoen commercieel het hardst wringt.
Uw aankoopprijs: het eenzijdige prijszettingsmechanisme
Omdat u exclusief gebonden bent, verliest u elke vorm van onderhandelingsmacht. U kunt geen offertes opvragen bij concurrenten. De brouwerij legt haar prijzen op, de zogenaamde ‘horeca-‘ of ‘brouwerijprijzen’.
Nagenoeg elk contract bevat een prijswijzigingsbeding, dat de brouwerij het recht geeft om haar tarieven eenzijdig aan te passen. Sinds de nieuwe regels inzake onrechtmatige B2B-bedingen is een dergelijk beding echter aan banden gelegd. Een clausule die de brouwerij het recht geeft om “te allen tijde en zonder geldige reden” de prijs te wijzigen, staat op de ‘grijze lijst’ en wordt vermoed onrechtmatig te zijn. Er moet een objectieve rechtvaardiging zijn (bv. gestegen grondstofprijzen).
Uw verkoopprijs: het strikte verbod op verticale prijsbinding
Mag de brouwerij u ook verplichten om een pilsje tegen een bepaalde minimumprijs aan uw klanten te verkopen? Het antwoord is categoriek neen.
Het opleggen van vaste of minimumverkoopprijzen (zogenaamde ‘verticale prijsbinding’) is een zware inbreuk op het mededingingsrecht en is strikt verboden. Dit wordt gezien als een ‘hardcore’ restrictie van de concurrentie. De brouwerij mag u enkel aanbevolen verkoopprijzen suggereren. U moet als ondernemer te allen tijde vrij blijven om uw eigen commerciële strategie en prijszetting te bepalen.
De Gedragscode en de Verzoeningscommissie
In de Belgische sector is er een “Gedragscode voor goede relaties tussen brouwers, drankenhandelaars en horecasector“. Deze code bevat afspraken over de precontractuele informatie en de uitvoering van contracten.
Nog belangrijker: aan deze code is een Verzoeningscommissie Drankafnamecontracten verbonden. Dit is een laagdrempelig orgaan waar u een geschil met uw brouwerij kunt voorleggen.
- Het is geen rechtbank: de procedure is informeel en goedkoper.
- Het doel is verzoening: de commissie probeert de partijen te bemiddelen.
- Het advies is niet-bindend: als u niet akkoord gaat, kunt u nog steeds naar de rechtbank stappen.
Deze commissie is een uitstekend middel om geschillen over bijvoorbeeld het niet-halen van volumes op een snelle en constructieve manier aan te pakken, zonder direct een dure rechtszaak te moeten starten.
Conclusie: een verbintenis met verstrekkende gevolgen
De drankafnameverplichting is een complex web van juridische en commerciële factoren. De reikwijdte van de exclusiviteit bepaalt uw commerciële vrijheid, terwijl het minimumvolume als een resultaatsverbintenis een permanent financieel risico vormt. De prijs die u betaalt, is het directe gevolg van de onderhandelingsmacht die u bij het tekenen van het contract heeft afgestaan.
Het is van cruciaal belang om in de precontractuele fase scherp te onderhandelen over:
- De exacte reikwijdte van de exclusiviteit: Beperk deze tot de productcategorieën die voor de brouwerij essentieel zijn (bv. enkel pilsbier).
- Het minimumvolume: Wees realistisch, niet optimistisch. Baseer u op een conservatief businessplan en probeer een degressieve boete of een herzieningsclausule te bedingen.
- Transparantie in de prijspolitiek: Eis duidelijke afspraken over hoe en wanneer de aankoopprijzen kunnen wijzigen, gekoppeld aan objectieve parameters.
Deze clausules zijn te belangrijk om licht over te gaan. Een grondige juridische analyse voor ondertekening kan u behoeden voor een jarenlange financiële kater.
Lees ook onze pagina’s over de impact van het mededingingsrecht en de regels inzake B2B-contracten voor brouwerijcontracten.
