Geen fair use in het Amerikaanse copyright voor het trainen van een AI model?

Op 11 februari 2025 oordeelde de rechtbank van Delaware dat het gebruik van door copyright beschermd materiaal voor het trainen van een AI-model géén ‘fair use’ vormt (Case 1:20-cv-00613, ECF 770).

De kern van de zaak

De eiser was Thomson Reuters, eigenaar van het juridische platform Westlaw. Ross Intelligence – een nieuwe speler op de markt van juridische zoektechnologie – wilde zijn AI-systeem trainen met juridische vragen en antwoorden, en kocht daarvoor zo’n 25.000 “Bulk Memos” van het bedrijf LegalEase. Deze memos waren gebaseerd op headnotes van Westlaw, die samenvattingen bevatten van juridische uitspraken.

De rechtbank moest zich buigen over drie hoofdvragen:

  1. Zijn de headnotes origineel en dus auteursrechtelijk beschermd?
  2. Was er sprake van inbreuk?
  3. Kan Ross zich beroepen op het fair use-verweer?

Origineel werk en inbreuk

De rechtbank bevestigde dat de headnotes origineel zijn. De drempel voor originaliteit ligt in de VS zeer laag: een “creative spark” volstaat. Het redactionele werk bij het opstellen van een headnote – het samenvatten en synthetiseren van rechterlijke beslissingen – werd als voldoende creatief beschouwd.

Vervolgens stelde de rechtbank vast dat er sprake was van daadwerkelijke kopie en substantiële overeenstemming voor ten minste 2.243 van de 2.830 onderzochte headnotes. De inhoud van de memos week nauwelijks af van de Westlaw-versies.

Geen fair use

Fair use is een belangrijke open norm in het Amerikaanse copyright op grond waarvan een bepaald gebruik van materiaal zonder toestemming kan worden verdedigd.

De rechtbank verwierp evenwel het beroep op fair use. De belangrijkste overwegingen:

  • Commercieel karakter: Het gebruik was commercieel en gaf Ross een direct concurrentievoordeel..
  • Niet-transformatief gebruik: De headnotes werden niet herwerkt tot iets nieuws, maar fungeerden louter als trainingsmateriaal.
  • Marktschade: Het gebruik bracht Westlaw financiële schade toe door het verminderen van licentie-inkomsten.

En Europa?

Het Europese (Belgische) auteursrecht kent een dergelijke open verweernorm niet en enkel een limitatieve lijst van strikt afgelijnde uitzonderingen op het auteursrecht. Een van de uitzonderingen op het auteursrecht, die voor het trainen van AI-modellen kan ingeroepen worden, is die van TDM.

In die zin oordeelde de rechtbank in Hamburg in een uitspraak van 27 september 2024 (Laion) dat het trainen van een AI-model voor wetenschappelijke doeleinden onder de TDM uitzondering viel. Voor andere doeleinden (zoals commerciële doeleinden), kunnen rechthebbenden dit gebruik via een opt-out wél tegengaan.

De ironie wil dus dat het Amerikaanse copyright, ondanks een ruimere fair use uitzondering dan de Europese uitzonderingen, strenger lijkt voor het trainen van AI-modellen dan het Europese auteursrecht.

Joris Deene

Advocaat-partner bij Everest Advocaten