Conflict met uw brouwerij? Contractbreuk, remedies en geschillen

Een brouwerijcontract legt de basis voor een partnerschap dat idealiter jaren, zo niet decennia, meegaat. Het is een overeenkomst die, in theorie, is gebouwd op wederzijds vertrouwen en samenwerking. Maar in elke langdurige zakelijke relatie, zeker een die zo complex en financieel verweven is, kan frictie ontstaan. De horecasector is een dynamische omgeving die geconfronteerd wordt met stijgende kosten, veranderende regelgeving en onvoorziene uitdagingen, zoals de COVID-19-crisis heeft aangetoond.

Wat gebeurt er als de marktomstandigheden drastisch wijzigen? Wat als u, ondanks al uw inspanningen, uw minimumvolumes onmogelijk kunt halen? Of wat als de brouwerij zelf haar beloftes van ondersteuning, levering of onderhoud niet nakomt?

Wanneer een conflict escaleert, komen de harde juridische clausules van het contract bovendrijven. Het is een misvatting te denken dat u als horeca-uitbater in België altijd aan het kortste eind trekt. Zowel het klassieke verbintenissenrecht als recente, moderne wetgeving (zoals Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek) bieden een waaier aan verweermiddelen, remedies en oplossingen.

Hieronder analyseren we wat er gebeurt als het misloopt. We bespreken wat een contractbreuk (wanprestatie) precies inhoudt, welke verdedigingsmechanismen u heeft, welke sancties er mogelijk zijn, en hoe u een geschil concreet kunt oplossen, zowel binnen als buiten de rechtbank.


De bron van het conflict: de contractbreuk (toerekenbare niet-nakoming)

Een conflict begint bijna altijd met een contractbreuk: één partij komt haar verbintenissen niet, niet tijdig of niet volledig na. Dit wordt juridisch een “toerekenbare niet-nakoming” genoemd. Cruciaal is dat deze breuk aan de partij toegerekend kan worden (het is haar ‘fout’).

Een fundamenteel concept hierbij is het onderscheid tussen een inspannings- en een resultaatsverbintenis.

  • Een inspanningsverbintenis vereist enkel dat u “al het mogelijke” doet, zoals een voorzichtig en redelijk persoon, om een doel te bereiken.
  • Een resultaatsverbintenis vereist dat het beloofde resultaat effectief wordt behaald.

Het belang hiervan kan niet genoeg worden benadrukt: de minimale drankafnameverplichting wordt vrijwel altijd als een resultaatsverbintenis beschouwd. Het louter niet halen van het quotum is voldoende om een contractbreuk vast te stellen, ongeacht hoe hard u uw best heeft gedaan.

Een contractbreuk kan uiteraard van beide kanten komen.

Contractbreuk door de horeca-uitbater (de afnemer)

Dit is het scenario waar brouwerijen het meest beducht voor zijn. De typische voorbeelden zijn:

  • Schending van de exclusiviteit: U koopt dranken (die onder het contract vallen) aan bij een concurrerende brouwer of drankenhandelaar.
  • Niet-behalen van het minimumvolume: Het afgesproken quotum (de resultaatsverbintenis) wordt op het einde van de referteperiode niet gehaald.
  • Niet-betaling: Het niet (tijdig) betalen van de geleverde dranken, de huur van het pand, of de aflossingen van de lening.
  • Andere breuken: Het niet correct onderhouden van het in bruikleen gegeven materiaal, het zonder toestemming onderverhuren van het pand , of het uitvoeren van verboden verbouwingen.

2. Contractbreuk door de brouwerij (de leverancier/verhuurder)

Ook de brouwerij kan haar verplichtingen schenden. Voorbeelden zijn:

  • Niet-tijdige of foutieve leveringen: U staat droog tijdens een druk weekend, of er worden stelselmatig verkeerde producten geleverd.
  • Niet-nakomen van financiële beloftes: Het beloofde ‘fonds perdu’ of de lening wordt niet (volledig) of te laat uitbetaald.
  • Gebrekkig onderhoud (als bruikleengever): De brouwerij laat na om de tapinstallatie die zij in bruikleen gaf, te herstellen, waardoor u geen bier kunt tappen.
  • Schending van verhuurdersplichten: Als verhuurder voert de brouwerij noodzakelijke grote herstellingen aan het pand (bv. een lekkend dak) niet uit, waardoor u schade lijdt.

Uw verdediging: kunt u zich beroepen op overmacht of imprevisie?

Wanneer u wordt aangesproken voor een contractbreuk (bv. het niet halen van uw quotum), staat u niet altijd met de rug tegen de muur. U moet te allen tijde te goeder trouw handelen, wat betekent dat u loyaal en redelijk moet zijn, maar het recht biedt ook specifieke verdedigingsmechanismen.

1. Overmacht (veemde oorzaak)

Overmacht bevrijdt u van uw aansprakelijkheid. U moet dan aantonen dat de niet-nakoming het gevolg is van een gebeurtenis die:

  1. Onvoorzienbaar was bij het sluiten van het contract;
  2. Onvermijdbaar was (u kon er niets aan doen);
  3. De uitvoering van de verbintenis (tijdelijk of permanent) onmogelijk maakt, niet louter moeilijker of duurder.
  • Het schoolvoorbeeld: De COVID-19 pandemie en de van overheidswege verplichte sluiting van de horeca. Het was letterlijk onmogelijk om dranken af te nemen. De sector heeft hiervoor zelfs specifieke addenda aan de gedragscode afgesloten om de impact op de quota te neutraliseren.
  • Wat is géén overmacht? Wegenwerken voor uw deur, een algemene economische crisis, slecht weer of toegenomen concurrentie worden doorgaans gezien als normale, voorzienbare ondernemersrisico’s en niet als overmacht.

2. Imprevisie (verandering van omstandigheden)

Dit is een recent en krachtig instrument uit het nieuwe Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek. Imprevisie is milder dan overmacht en is van toepassing wanneer onvoorziene omstandigheden de uitvoering van het contract niet onmogelijk, maar wel buitensporig zwaar maken, tot op het punt dat het onredelijk zou zijn om de ongewijzigde uitvoering te eisen.

  • Voorwaarden: 1) De omstandigheden waren onvoorzienbaar bij contractsluiting, 2) U heeft geen aandeel in de verandering, 3) De uitvoering is buitensporig bezwarend geworden.
  • Voorbeeld: Een plots en langdurig verbod op terrasjes in uw stad waardoor uw afzetpotentieel structureel halveert, of een onvoorziene energiecrisis die uw vaste kosten verdrievoudigt, waardoor de winst per hectoliter volledig verdampt.
  • Wat kunt u doen? U heeft het recht om heronderhandelingen te vragen aan de brouwerij. Als de brouwerij weigert of de onderhandelingen mislukken, kunt u de rechter vragen om het contract aan te passen (bv. het minimumvolume tijdelijk verlagen, de prijs aanpassen) of zelfs geheel of gedeeltelijk te beëindigen.

De mogelijke sancties: wat kan de eiser vorderen?

Als de contractbreuk vaststaat en er geen sprake is van overmacht, heeft de benadeelde partij (de ‘schuldeiser’) de keuze tussen verschillende sancties.

1. De uitvoering in natura

Dit is het basisprincipe in het Belgisch recht: de schuldeiser kan eisen dat de andere partij alsnog precies doet wat er beloofd was. De brouwerij kan u via de rechter laten dwingen (onder dwangsom) om enkel nog bij haar af te nemen, of u kunt de brouwerij dwingen de tapinstallatie te herstellen.

2. Herstel van de schade (schadevergoeding)

De meest voorkomende sanctie. Als de uitvoering in natura niet meer mogelijk of gewenst is, wordt de schade omgezet in geld. Het doel is de schuldeiser in de positie te plaatsen waarin hij zou hebben verkeerd als het contract wel correct was uitgevoerd.

  • Het schadebeding (boeteclausule): Brouwerijcontracten staan hier vol van. Het contract bepaalt op voorhand een forfaitaire boete voor elke inbreuk (bv. “€150 per niet-afgenomen hectoliter”).
  • Dubbele bescherming: U bent hiertegen dubbel beschermd:
    1. Matiging: Een rechter kan een schadebeding dat “kennelijk onredelijk” is, matigen (verlagen).
    2. B2B-wet: Zoals we op deze pagina bespreken, kan een onevenredig schadebeding op de ‘grijze lijst’ staan en door de rechter als onrechtmatig en dus volledig nietig worden verklaard.

3. De ontbinding van het contract

Dit is de meest drastische sanctie, gereserveerd voor voldoende ernstige wanprestaties. De rechter (of de partij zelf onder voorwaarden) beëindigt het contract.

  • Methoden: Dit kan via de rechter (gerechtelijke ontbinding), via een uitdrukkelijk ontbindend beding in het contract (deze moet zeer duidelijk zijn), of via een kennisgeving door de schuldeiser (een nieuwe, strenge procedure).
  • Gevolgen: De ontbinding stelt een einde aan het contract. Dit leidt tot restitutie: prestaties moeten ongedaan worden gemaakt. De lening wordt vervroegd terugbetaald, het ‘fonds perdu’ moet (pro rata) worden teruggestort, en het materiaal moet terug. Indien het een huurcontract betreft, leidt dit tot uithuiszetting.

4. Prijsvermindering

Een nieuwe en nuttige sanctie uit het Burgerlijk Wetboek. Als de geleverde prestatie van de brouwerij gebrekkig is (bv. stelselmatig laattijdige levering, verkeerde producten), kunt u als uitbater een evenredige prijsvermindering eisen of doorvoeren via een schriftelijke kennisgeving.

5. Het keuzerecht van de schuldeiser

Cruciaal is dat de schuldeiser (de partij die benadeeld is) in principe het keuzerecht heeft tussen deze sancties. De brouwerij kan kiezen tussen u dwingen om verder af te nemen (uitvoering) óf de ontbinding van het contract vragen (plus schadevergoeding). Dit keuzerecht wordt enkel beperkt door het verbod op rechtsmisbruik (u mag geen sanctie kiezen die kennelijk onredelijk is).


De valkuil voor de concurrent: derde-medeplichtigheid

Wat als een concurrerende brouwer u actief overhaalt om uw lopende contract te breken? Deze concurrent moet zeer voorzichtig zijn. Als de concurrent wist (of behoorde te weten) dat u gebonden was door een exclusief contract, en toch bewust meewerkt aan de contractbreuk, pleegt hij ‘derde-medeplichtigheid aan contractbreuk’.

Het gevolg is dat uw oorspronkelijke brouwerij niet alleen u kan aanspreken voor schade, maar ook de concurrerende brouwer (op buitencontractuele basis). Beiden kunnen dan samen hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de volledige schade.


Hoe een geschil oplossen? Twee officiële sporen

Als u er onderling niet uitkomt, zijn er twee officiële pistes om een geschil te beslechten.

Spoor 1: De Verzoeningscommissie Drankafnamecontracten

Dit is de laagdrempelige en sterk aanbevolen eerste stap. Deze commissie is opgericht in het kader van de ‘Gedragscode‘ voor de sector.

  • Voordelen: De procedure is informeel, snel en goedkoop. U hoeft niet meteen een dure rechtszaak te starten. De commissie bestaat uit mensen met kennis van de sector en het doel is verzoening, niet veroordeling.
  • Procedure: De procedure is vastgelegd in een specifiek reglement.
  • Nadeel: De commissie geeft een niet-bindend advies. Als de brouwerij het advies naast zich neerlegt, moet u alsnog naar de rechtbank. In de praktijk wordt een advies echter vaak wel gevolgd.

Spoor 2: De rechtbank

Dit is de formele en bindende weg. Welke rechtbank bevoegd is, hangt cruciaal af van de aard van uw contract.

  • Indien het geschil de HUUR van het pand betreft: Als het conflict (ook maar deels) gaat over de handelshuur (bv. huurprijs, opzeg, hernieuwing, uithuiszetting, verbouwingen), is de VREDERECHTER van de plaats waar het pand gelegen is, exclusief bevoegd.
  • Indien het een ‘zuiver’ brouwerijcontract is (zonder huur): Als het conflict enkel gaat over de drankafname, facturen, leningen of schadebedingen, is de ONDERNEMINGSRECHTBANK bevoegd, aangezien het een geschil tussen ondernemingen betreft.

Dit onderscheid is van cruciaal strategisch belang. Een zaak inleiden bij de verkeerde rechtbank leidt tot tijdverlies en extra kosten.


Conclusie: wacht niet tot het escaleert

Een conflict met uw brouwerij is complex en kan de leefbaarheid van uw zaak bedreigen. De juridische mechanismen in België zijn echter veel genuanceerder dan vaak wordt gedacht. Een beroep op overmacht of de nieuwe imprevisieleer kan een realistisch verweer zijn, de regels inzake B2B-contracten kan oneerlijke boetes kelderen, en de Verzoeningscommissie biedt een waardevol alternatief voor een dure rechtszaak.

Het is cruciaal om bij een opkomend geschil niet af te wachten, maar proactief juridisch advies in te winnen over uw precieze rechten en plichten. Een correcte analyse van de wanprestatie en uw mogelijke verweermiddelen bepaalt de strategie.


Contact

Vragen? Advies nodig?
Neem contact op met Advocaat Joris Deene.

Telefoon: 09/280.20.68
E-mail: joris.deene@everest-law.be

Topics