Is laster via een YouTube-video een drukpersmisdrijf?

Een opmerkelijke uitspraak van de correctionele rechtbank Gent van 3 november 2025 heeft de discussie over de grenzen van de vrije meningsuiting en de definitie van “persmisdrijven” in het digitale tijdperk op scherp gesteld. In een zaak die draaide om online laster en stalking, oordeelde de rechtbank dat een lasterlijke YouTube-video mogelijk een ‘drukpersmisdrijf’ is.

Deze interpretatie heeft verstrekkende gevolgen. Het betekent dat een dergelijke zaak niet door een gewone correctionele rechter, maar door een volksjury in het hof van assisen moet worden behandeld.

De feiten: van online kritiek tot stalking

De zaak vindt zijn oorsprong in een verhit online debat. Een universiteitsmedewerker (hierna ‘BP’) beheerde anoniem het Twitteraccount “Schuld & Vrienden”, dat kritiek uitte op de rechts-radicale beweging “Schild en Vrienden”. Nadat de identiteit van BP werd onthuld (‘gedoxxed’), werd hij het doelwit van een golf van online haat en bedreigingen.

Twee specifieke beklaagden stonden terecht:

  1. Beklaagde 1 (BK1): De leider van “Schild en Vrienden”. Hij publiceerde een YouTube-video waarin hij BP ervan beschuldigde zijn positie aan de universiteit te misbruiken om privégegevens (zoals bankgegevens en adressen) van S&V-leden te lekken. Dit werd gekwalificeerd als laster.
  2. Beklaagde 2 (BK2): Een sympathisant van de beweging. Hij bestelde via het internet incontinentiemateriaal (luiers voor volwassenen) en liet deze afleveren op het privéadres van BP, waarbij hij valse namen gebruikte zoals “De heer Schuld en Vrienden”. Dit werd gekwalificeerd als stalking (belaging), valsheid in informatica en valse naamdracht.

De beslissing van de rechtbank

De rechtbank velde een gesplitst oordeel over de twee beklaagden.

Beklaagde 2: Stalking is geen grap

De rechtbank veegde het verweer van BK2, dat het versturen van de luiers een “studentikoze grap” was, kordaat van tafel. De rechter oordeelde dat deze daad wel degelijk belaging (stalking) vormde.

Het was een doelbewuste actie om de online intimidatie te vertalen naar de fysieke wereld en de beslotenheid van de woning van het slachtoffer. De impliciete boodschap – “we weten waar je woont” en dat hij het “in zijn broek zou doen” van de angst – verstoorde de rust van het slachtoffer ernstig.

Zelfs één enkele handeling kan volgens de rechtbank belaging uitmaken, als deze “niet-aflatende of steeds terugkerende gevolgen” heeft. BK2 werd schuldig bevonden aan belaging, valsheid in informatica en valse naamdracht en veroordeeld tot een werkstraf van 70 uur.

Beklaagde 1: Laster op YouTube is een persmisdrijf

De uitspraak over BK1 (de YouTube-video) is juridisch het meest opmerkelijke. De rechtbank verklaarde zich onbevoegd om over deze lasterklacht te oordelen.

De redenering: de lasterlijke beschuldigingen werden geuit via een publieke video, wat volgens de rechtbank neerkomt op een drukpersmisdrijf. Volgens artikel 150 van de Belgische Grondwet moeten drukpersmisdrijven (en politieke misdrijven) worden beoordeeld door het hof van assisen, dat werkt met een volksjury.

Juridische analyse en duiding: een moderne kijk op de Grondwet

Deze beslissing is opmerkelijk omdat de rechtbank bewust afwijkt van de traditionele, restrictieve interpretatie van het Hof van Cassatie, dat stelt dat een drukpersmisdrijf een geschreven element vereist (zie bv. Cass. 6 december 2023).

De Gentse rechter koos voor een “evolutieve interpretatie”, gebaseerd op drie pijlers:

  1. De bedoeling van de Grondwet (Ratio Legis) De grondwetgevers wilden in 1831 de vrijheid van meningsuiting beschermen tegen de overheid (vertegenwoordigd door beroepsrechters). De jury werd gezien als de ultieme waarborg voor die vrijheid. Het medium (toen de ‘drukpers’) was ondergeschikt aan het doel (bescherming van de publieke opinie).
  2. Technologische neutraliteit De rechtbank stelt dat het absurd is om de juridische bescherming te laten afhangen van het medium. Het zou leiden tot bizarre situaties: een lasterlijke video is geen persmisdrijf, maar dezelfde video mét (automatisch gegenereerde) ondertiteling wel. De rechter oordeelt dat moderne media zoals YouTube de rol van de klassieke drukpers als “massacommunicatie” hebben overgenomen.
  3. Schending van het Europees Verdrag (EVRM) Dit is het sterkste argument. Een verschillende behandeling van een mening op basis van de vorm (geschreven tekst vs. audiovisuele video) is een discriminatie die in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Het schendt artikel 10 (vrijheid van meningsuiting) en artikel 14 (verbod op discriminatie) van het EVRM.

De rechtbank concludeert dat, om discriminatie te vermijden, elke publieke meningsuiting via een massamedium (geschreven, audio of video) die een misdrijf inhoudt, als persmisdrijf moet worden behandeld. De zaak tegen BK1 werd daarom doorverwezen naar de procureur des Konings om (eventueel) voor het hof van assisen te brengen.

Wat dit concreet betekent

  • Voor slachtoffers van online laster: Deze uitspraak kan de vervolging van laster via video’s bemoeilijken. Een procedure voor de correctionele rechtbank is relatief snel en laagdrempelig. Een assisenprocedure is uiterst zwaar, langdurig en duur, en wordt in de praktijk zelden gevoerd voor dit soort feiten. Het risico bestaat dat daders van video-laster de facto moeilijker te vervolgen zijn.
  • Voor makers van content (YouTubers, influencers): De inzet wordt verhoogd. Als deze interpretatie navolging krijgt, kan een controversiële video die als lasterlijk wordt beschouwd, leiden tot een zware assisenprocedure. De bescherming van de jury is een tweesnijdend zwaard: het biedt een waarborg, maar de procedure zelf is een zware sanctie.
  • Voor daders van online stalking: De veroordeling van BK2 is een duidelijk signaal. Het online lastigvallen van een persoon en die intimidatie ‘naar de echte wereld’ brengen (bv. door ongewenste bestellingen te plaatsen), is geen grap. Het is strafbare belaging (art. 442bis Strafwetboek) en wordt als zodanig bestraft.

Veelgestelde vragen (FAQ)

Wat is een drukpersmisdrijf precies?
Een drukpersmisdrijf is een misdrijf (zoals laster, belediging) dat wordt gepleegd door een mening te uiten via een “openbare” weg die bedoeld is voor massaverspreiding (traditioneel de ‘drukpers’). De Belgische Grondwet schrijft voor dat deze misdrijven door een volksjury (hof van assisen) moeten worden berecht, met als belangrijke uitzondering misdrijven ingegeven door racisme of xenofobie.

Is online stalking altijd strafbaar?
Ja. Belaging (art. 442bis Sw.) is het ernstig verstoren van iemands rust, terwijl de dader wist (of had moeten weten) dat zijn gedrag dit effect zou hebben. Zoals dit vonnis aantoont, kan zelfs één enkele daad, zoals het laten leveren van een pakket met een intimiderende bijklank, volstaan als het kader past binnen een context van intimidatie.

Wat is het verschil tussen het hof van assisen en de correctionele rechtbank?
De correctionele rechtbank behandelt de meeste wanbedrijven (diefstal, slagen en verwondingen, oplichting, stalking) en bestaat uit één of drie beroepsrechters. Het hof van assisen behandelt de zwaarste misdaden (moord, doodslag) en, op grond van de Grondwet, ook politieke misdrijven en drukpersmisdrijven. Het assisenhof bestaat uit 3 beroepsrechters en een jury van 12 burgers (de volksjury) die oordeelt over de schuldvraag.

Conclusie

Dit vonnis uit Gent is tweeledig. Enerzijds bevestigt het dat stalking die de grens tussen online en offline overschrijdt, streng wordt bestraft. Anderzijds werpt het een juridische knuppel in het hoenderhok door de 19e-eeuwse “drukpers” te herinterpreteren voor het YouTube-tijdperk. Het is een moedige poging om de Grondwet en het EVRM coherent toe te passen op nieuwe media, maar het creëert in de praktijk mogelijk een moeilijkere weg voor slachtoffers van online laster.


Joris Deene

Advocaat-partner bij Everest Advocaten

Contact

Vragen? Advies nodig?
Neem contact op met Advocaat Joris Deene.

Telefoon: 09/280.20.68
E-mail: joris.deene@everest-law.be

Topics