De CSRD in België

De Europese Unie heeft met de Europese Green Deal een ambitieuze koers ingezet naar een duurzame en klimaatneutrale economie tegen 2050. Een cruciale pijler in dit plan is het vergroten van de transparantie over de duurzaamheidsprestaties van bedrijven. De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), oftewel Richtlijn (EU) 2022/2464 met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door ondernemingen, vervangt en verstrengt de vroegere regels rond niet-financiële rapportering.

Voor ondernemingen in België brengt dit een aanzienlijke verandering met zich mee. De nieuwe verplichtingen zijn niet langer een formaliteit, maar een kernonderdeel van de jaarlijkse verslaggeving met juridische en financiële consequenties. Als gespecialiseerd advocatenkantoor in het vennootschapsrecht, lichten wij de nieuwe regels en de impact ervan voor uw onderneming toe.

Van niet-financiële informatie naar duurzaamheidsrapportering

De term “niet-financiële informatie” werd vaak als misleidend beschouwd, omdat duurzaamheidskwesties een steeds grotere financiële relevantie hebben. De CSRD spreekt daarom consequent over duurzaamheidsinformatie.

Het doel is tweeledig en gebaseerd op het principe van de dubbele materialiteit:

  1. Impact-materialiteit: Rapporteren over de impact van de activiteiten van de onderneming op mens en milieu (bv. CO2-uitstoot, impact op biodiversiteit, arbeidsomstandigheden). Dit perspectief is cruciaal voor belanghebbenden zoals het maatschappelijk middenveld en lokale gemeenschappen.
  2. Financiële materialiteit: Rapporteren over hoe duurzaamheidskwesties de ontwikkeling, prestaties en positie van de onderneming beïnvloeden (bv. risico’s door klimaatverandering, stijgende grondstofprijzen, reputatieschade). Dit perspectief is essentieel voor investeerders en financiële instellingen.

Een onderneming moet dus informatie verschaffen die vanuit een van beide, of beide, perspectieven als materieel wordt beschouwd.

De Belgische omzetting: de wet van 2 december 2024

De CSRD-richtlijn werd in het Belgisch recht omgezet door de wet van 2 december 2024 betreffende de openbaarmaking van duurzaamheidsinformatie. Deze wet, die op 30 december 2024 in werking trad, wijzigt voornamelijk het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV).

De belangrijkste aanpassingen in het WVV zijn:

  • Nieuwe definities: Begrippen als “netto-omzet” , “duurzaamheidskwesties” en “essentiële immateriële middelen” krijgen een wettelijke definitie.
  • Een nieuw deel in het jaarverslag: Er wordt een specifieke, duidelijk herkenbare sectie in het (geconsolideerd) bestuursverslag ingevoerd voor de duurzaamheidsinformatie. Dit vervangt de vroegere, minder prominente niet-financiële verklaring.
  • Een controle verplichting: De gerapporteerde duurzaamheidsinformatie moet worden onderworpen aan een controle door een externe, onafhankelijke partij.

Wie moet wanneer rapporteren? Een gefaseerde invoering

De nieuwe verplichtingen worden stapsgewijs ingevoerd. Het is cruciaal voor elke onderneming om na te gaan in welke fase zij valt.

Recente wijziging: uitstel voor bepaalde vennootschappen

Een recente Europese Richtlijn (EU) 2025/794, gepubliceerd op 16 april 2025, heeft de timing voor de tweede en derde fase met twee jaar uitgesteld. Dit geeft ondernemingen meer tijd om zich voor te bereiden op de complexe vereisten. Hieronder vindt u de actuele, aangepaste kalender:

Fase 1: Boekjaren vanaf 1 januari 2024 (rapportering in 2025)

  • Grote beursgenoteerde vennootschappen, kredietinstellingen en verzekeringsondernemingen (organisaties van openbaar belang) met meer dan 500 werknemers.
  • Moederondernemingen van grote groepen die OOB zijn en op geconsolideerde basis meer dan 500 werknemers hebben.

Fase 2: Boekjaren vanaf 1 januari 2027 (rapportering in 2028)

  • UITGESTELD (oorspronkelijk 2025).
  • Alle andere grote vennootschappen en grote groepen die aan minstens twee van de volgende drie criteria voldoen:
    • Balanstotaal: € 25.000.000
    • Netto-omzet: € 50.000.000
    • Gemiddeld aantal werknemers: 250

Fase 3: Boekjaren vanaf 1 januari 2028 (rapportering in 2029)

  • UITGESTELD (oorspronkelijk 2026).
  • Beursgenoteerde kmo’s (met uitzondering van micro-ondernemingen).
  • Kleine en niet-complexe kredietinstellingen en captive (her)verzekeringsondernemingen.
  • Let op: Deze ondernemingen kunnen onder voorwaarden gebruikmaken van een opt-out tot 2028 (rapportering in 2029).

Fase 4: Boekjaren vanaf 1 januari 2028 (rapportering in 2029)

  • Ondernemingen uit derde landen met substantiële activiteiten in de EU (meer dan € 150 miljoen omzet in de EU) via een dochteronderneming of bijkantoor.

Wat moet er worden gerapporteerd?

De wet schrijft gedetailleerd voor welke informatie moet worden opgenomen. De rapportering gebeurt aan de hand van de verplichte Europese Standaarden voor Duurzaamheidsrapportering (ESRS). De belangrijkste onderdelen zijn:

  • Bedrijfsmodel en strategie: Inclusief de veerkracht tegenover duurzaamheidsrisico’s en de kansen die hieruit voortvloeien.
  • Klimaatplannen: Concrete plannen en investeringen om het bedrijfsmodel compatibel te maken met de klimaatdoelstellingen (beperking opwarming tot 1,5°C).
  • Doelstellingen: Tijdgebonden duurzaamheidsdoelstellingen (bv. voor de reductie van broeikasgassen) en de vooruitgang die wordt geboekt.
  • Rol van het bestuur: De deskundigheid en rol van het bestuursorgaan en het toezichthoudend orgaan inzake duurzaamheid, inclusief eventuele stimuleringsregelingen.
  • Due diligence: Het beleid en de procedures om de belangrijkste negatieve effecten op mens en milieu in de eigen activiteiten en de waardeketen te identificeren, te voorkomen en te beperken.
  • Risico’s en afhankelijkheden: De voornaamste risico’s en de belangrijkste afhankelijkheden van de onderneming met betrekking tot duurzaamheidskwesties.

De informatie moet zowel toekomstgericht als retrospectief zijn en zowel kwalitatieve als kwantitatieve gegevens bevatten. Bovendien moet alle informatie digitaal ‘getagd’ worden in een uniform elektronisch formaat (ESEF) om de vergelijkbaarheid en toegankelijkheid te verhogen.

Verantwoordelijkheid, controle en sancties

Wie is verantwoordelijk?

De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de correcte en tijdige publicatie van de duurzaamheidsinformatie ligt bij het bestuursorgaan van de vennootschap. Voor genoteerde vennootschappen en entiteiten van openbaar belang speelt het auditcomité een cruciale toezichthoudende rol in dit proces.

Verplichte controle

Een van de grootste vernieuwingen is de verplichte externe controle op de duurzaamheidsinformatie. Deze controle opdracht kan worden uitgevoerd door:

  • De commissaris die ook de jaarrekening controleert.
  • Een andere, afzonderlijk benoemde bedrijfsrevisor.
  • Een door BELAC geaccrediteerde onafhankelijke verlener van controlediensten (Independent Assurance Service Provider of IASP).

In eerste instantie wordt een “beperkte mate van zekerheid” (limited assurance) vereist. De wet voorziet dat een Koninklijk Besluit dit later kan verstrengen naar een “redelijke mate van zekerheid” (reasonable assurance), vergelijkbaar met de controle op financiële staten.

Strafrechtelijke sancties

Het niet-naleven van de verplichtingen is niet vrijblijvend. De wet voorziet in strafrechtelijke sancties voor de leden van het bestuursorgaan, directeurs of lasthebbers. Zij riskeren:

  • Een geldboete van € 50 tot € 10.000.
  • Bij bedrieglijk opzet een gevangenisstraf van één maand tot één jaar, al dan niet gecombineerd met de geldboete.

Ook de commissaris of andere controleur die bewust of door een gebrek aan normale zorgvuldigheid foute informatie attesteert, riskeert gelijkaardige straffen.

Wat betekent dit voor uw onderneming?

De CSRD is meer dan een rapporteringsoefening; het vereist een fundamentele integratie van duurzaamheid in uw bedrijfsstrategie, risicobeheer en interne processen. De impact is voelbaar doorheen de hele organisatie.

Voor ondernemingen in Vlaanderen en heel België is het nu tijd om actie te ondernemen. Een goede voorbereiding is essentieel om tijdig aan de complexe vereisten te voldoen en de juridische risico’s te beperken.

Heeft u vragen over de toepassing van de CSRD op uw onderneming? Weet u niet zeker of en wanneer uw vennootschap moet rapporteren? Ons team van gespecialiseerde advocaten staat klaar om u te begeleiden doorheen dit complexe juridische landschap. Wij bieden ondersteuning bij:

  • Het bepalen van de toepasselijkheid en timing van de CSRD-verplichtingen.
  • Het interpreteren van de juridische vereisten en de ESRS-standaarden.
  • Het opzetten van de nodige interne governance-structuren.
  • Het adviseren over de interactie met uw auditor of assurance provider.

Contact

Vragen? Advies nodig?
Neem contact op met Advocaat Joris Deene.

Telefoon: 09/280.20.68
E-mail: joris.deene@everest-law.be

Topics