Een persbericht van een Europese instelling zoals het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) kan aanzienlijke schade toebrengen aan iemands reputatie, carrière en gezondheid, zelfs als de betrokkene niet expliciet bij naam wordt genoemd. Ja, de Europese Unie kan aansprakelijk worden gesteld voor deze schade. In een arrest van 1 oktober 2025 veroordeelde het Gerecht van de Europese Unie de Europese Commissie tot het betalen van een schadevergoeding van €50.000 aan een onderzoeker die identificeerbaar was in een persbericht van OLAF en daardoor aanzienlijke schade leed.
De feiten en juridische context
De zaak draait rond een Griekse academische onderzoekster die een prestigieuze EU-subsidie ontving voor een onderzoeksproject. Na een financiële audit werden bepaalde personeelskosten als niet-subsidiabel beschouwd, wat leidde tot een onderzoek door OLAF naar mogelijke onregelmatigheden of fraude.
Na afronding van het onderzoek, stuurde OLAF zijn eindverslag naar de bevoegde nationale gerechtelijke autoriteiten met de aanbeveling om een procedure te starten tegen de onderzoekster en anderen. Cruciaal is dat OLAF op 5 mei 2020 ook een persbericht op zijn website publiceerde. Hoewel de naam van de onderzoekster niet werd vermeld, bevatte het bericht voldoende details – haar nationaliteit, geslacht, het feit dat haar vader aan de betrokken universiteit werkte en het subsidiebedrag – waardoor ze in haar academische en sociale omgeving identificeerbaar werd.
De onderzoekster stapte naar het Gerecht van de EU en vorderde een schadevergoeding van 1,1 miljoen euro voor de immateriële schade die ze leed door de publicatie van dit persbericht.
De beslissing van het Gerecht
Het Gerecht stelt de onderzoekster in het gelijk en veroordeelt de Europese Commissie (als het orgaan waaronder OLAF valt) tot het betalen van een schadevergoeding van €50.000. Om de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Unie vast te stellen, moeten volgens vaste rechtspraak drie voorwaarden vervuld zijn:
- Onrechtmatigheid van het gedrag van de instelling.
- Reële schade.
- Een causaal verband tussen het gedrag en de schade.
Het Gerecht oordeelde dat aan alle drie de voorwaarden was voldaan. OLAF had volgens het Gerecht meerdere “voldoende gekwalificeerde schendingen” van het Unierecht begaan.
Juridische analyse en duiding
De kern van dit arrest ligt in de vaststelling dat OLAF, ondanks zijn taak om het publiek te informeren, de fundamentele rechten van de onderzochte persoon op meerdere manieren ernstig heeft geschonden. Een “voldoende gekwalificeerde schending” is vereist voor aansprakelijkheid en betekent dat de instelling op ernstige en kennelijke wijze de grenzen van haar bevoegdheid heeft overschreden.
Het Gerecht identificeerde drie cruciale fouten van OLAF:
- Onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens: Het publiceren van details zoals nationaliteit, leeftijd en familierelaties was niet noodzakelijk om het publiek te informeren over het fraudeonderzoek. De Commissie gaf zelfs impliciet toe dat deze details werden opgenomen om de media-aandacht te vergroten. Dit is een schending van de principes van gegevensbescherming zoals vastgelegd in Verordening (EU) 2018/1725, de ‘AVG‘ voor EU-instellingen.
- Schending van het vermoeden van onschuld: Door de term “fraude” te gebruiken in het persbericht, presenteerde OLAF de onderzoekster als schuldig nog voor een rechter zich hierover had uitgesproken. Dit is een flagrante schending van het vermoeden van onschuld, een grondrecht verankerd in artikel 48 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. De mededeling was niet “afgewogen en afgemeten”, zoals de rechtspraak vereist.
- Schending van de zorgvuldigheidsplicht en neutraliteit: OLAF publiceerde feitelijk onjuiste informatie door te stellen dat “geen enkele van de onderzoekers” wist dat hun naam aan het project was verbonden, terwijl uit OLAF’s eigen eindverslag bleek dat tien onderzoekers hun deelname hadden bevestigd. Dit getuigt van een kennelijk gebrek aan zorgvuldigheid en overschrijdt de grenzen van een neutrale en onpartijdige communicatie.
Wat dit concreet betekent
Deze uitspraak heeft belangrijke praktische gevolgen voor verschillende partijen:
- Voor personen onderworpen aan een onderzoek (door OLAF of andere instanties): Uw rechten, zoals het vermoeden van onschuld en gegevensbescherming, moeten te allen tijde gerespecteerd worden, ook in de externe communicatie van de onderzoekende instantie. Zelfs een ‘anoniem’ persbericht kan onrechtmatig zijn als het u identificeerbaar maakt en uw reputatie schaadt. Het is cruciaal om alle negatieve gevolgen (bv. ingetrokken jobaanbiedingen, psychologische klachten) zorgvuldig te documenteren als basis voor een eventuele schadeclaim.
- Voor EU- en overheidsinstellingen: De plicht tot transparantie is niet absoluut. Ze wordt begrensd door de fundamentele rechten van het individu. Communicatiediensten moeten de noodzaak en proportionaliteit van elke mededeling zorgvuldig afwegen. Het gebruik van sensationele details om media-aandacht te trekken is onrechtmatig en kan leiden tot aansprakelijkheid.
- Voor de media en het publiek: Een persbericht van een onderzoeksinstantie is geen eindvonnis. Dit arrest benadrukt dat dergelijke communicatie met de nodige voorzichtigheid moet worden geïnterpreteerd, aangezien ze onjuistheden kan bevatten of een vertekend beeld kan geven van de feiten.
FAQ (Veelgestelde vragen)
Hoe kan ik schade lijden als mijn naam niet letterlijk in het persbericht staat?
U hoeft niet expliciet bij naam genoemd te worden. Als het persbericht een combinatie van details bevat (zoals uw beroep, nationaliteit, werkplek, projectdetails, etc.) die het voor mensen in uw sociale of professionele omgeving mogelijk maakt om u te identificeren, dan wordt dit juridisch beschouwd als de verwerking van uw persoonsgegevens. De schade ontstaat doordat uw omgeving u kan linken aan de beschuldigingen.
Waarom wordt de Europese Commissie veroordeeld en niet OLAF zelf?
Hoewel OLAF operationeel onafhankelijk is in zijn onderzoeken, is het een bureau dat is opgericht binnen de structuur van de Europese Commissie. Voor de niet-contractuele aansprakelijkheid op grond van artikel 340 VWEU wordt de Commissie beschouwd als de verantwoordelijke rechtspersoon die de schade moet vergoeden die door haar organen is veroorzaakt.
De onderzoeker kreeg ‘slechts’ €50.000, terwijl ze €1,1 miljoen vroeg. Waarom dat verschil?
Een schadevergoeding moet reëel en bewezen zijn. Het Gerecht kende een vergoeding toe voor de bewezen schade aan haar eer en goede naam, de concrete schade aan haar carrière (een ingetrokken jobaanbod) en de aangetoonde schade aan haar gezondheid. Het Gerecht bepaalt de hoogte van de immateriële schade ex aequo et bono (naar recht en billijkheid) op basis van de feiten van de zaak, wat vaak leidt tot een lager bedrag dan het geëiste.
Conclusie
Dit arrest is een duidelijke herinnering dat Europese instellingen niet boven de wet staan wanneer ze communiceren over hun onderzoeken. Het evenwicht tussen het recht van het publiek op informatie en de fundamentele rechten van het individu – zoals het vermoeden van onschuld en het recht op gegevensbescherming – is delicaat en moet zorgvuldig worden bewaakt. Een ogenschijnlijk anoniem persbericht kan verwoestende gevolgen hebben en, zoals deze zaak aantoont, leiden tot een veroordeling tot schadevergoeding.



