In een belangrijke uitspraak van 8 juli 2025 heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) geoordeeld in de zaak Google LLC en anderen t. Rusland. Het Hof stelde unaniem vast dat de Russische autoriteiten de vrijheid van meningsuiting van Google, gewaarborgd door artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), op meerdere vlakken hebben geschonden. Deze zaak, aangespannen door verschillende entiteiten van Google, waaronder Google LLC (de aanbieder van YouTube), draaide om twee centrale klachten: de gigantische boetes voor het niet verwijderen van content op YouTube en de verplichting om diensten te verlenen aan het Russische televisiekanaal Tsargrad TV.
Ons advocatenkantoor, gespecialiseerd in mediarecht en mensenrechten, volgt deze ontwikkelingen op de voet. Dit arrest is niet alleen belangrijk voor Google, maar ook een signaal over de rol en de verantwoordelijkheden van online platformen en de grenzen van overheidsinmenging.
De feiten: twee controversiële procedures
De zaak vindt haar oorsprong in twee afzonderlijke, maar gerelateerde procedures voor de Russische rechtbanken.
- Boetes voor het niet verwijderen van content
Vanaf eind 2020 voerden de Russische autoriteiten de druk op internationale techbedrijven op om politiek gevoelige inhoud te verwijderen. Google weigerde te voldoen aan verschillende verwijderingsverzoeken (take-down requests) betreffende video’s op YouTube. Het ging hierbij onder meer om content die kritiek uitte op de regering, rapportages over de Russische invasie in Oekraïne door onafhankelijke nieuwsmedia, en steunbetuigingen aan oppositiepoliticus Aleksej Navalny. Als reactie legden de Russische rechtbanken Google twee uitzonderlijk hoge boetes op, gebaseerd op een percentage van de geconsolideerde omzet van Google en gelieerde ondernemingen in Rusland. De eerste boete bedroeg circa 87 miljoen euro, de tweede zelfs 360 miljoen euro. Volgens de Russische rechtbanken was dit gerechtvaardigd omdat Google herhaaldelijk weigerde “onwettige” informatie te verwijderen. - Verplichting tot dienstverlening aan Tsargrad TV
Parallel hieraan liep een civiele procedure, aangespannen door het Russische mediabedrijf Tsargrad. Google had de YouTube- en Gmail-accounts van de zender Tsargrad TV opgeschort, omdat de eigenaar van de zender op internationale sanctielijsten (EU, VS en Canada) stond wegens zijn steun aan de Russische annexatie van de Krim. De Russische rechtbanken oordeelden dat deze opschorting onwettig was en in strijd met de Russische openbare orde. Ze bevalen Google om de toegang tot de accounts te herstellen, op straffe van een dwangsom die begon bij 100.000 roebel per dag en wekelijks zou verdubbelen, zonder bovengrens. Zelfs nadat de toegang gedeeltelijk was hersteld, bleven de autoriteiten de dwangsommen innen. Dit leidde tot de inbeslagname van alle tegoeden van Google’s Russische dochteronderneming, OOO Google, en uiteindelijk tot diens faillissement.
Het oordeel van het Europees hof: een duidelijke schending van artikel 10 EVRM
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens was in zijn analyse vernietigend voor de Russische aanpak en oordeelde dat er in beide procedures sprake was van een schending van het recht op vrijheid van meningsuiting.
1. De boetes creëerden een “chilling effect”
Het Hof stelde vast dat de maatregelen een duidelijke inmenging vormden in de vrijheid van meningsuiting van Google. Hoewel dergelijke inmengingen onder strikte voorwaarden toegelaten zijn, voldeed Rusland hier op geen enkele manier aan.
- Geen legitiem doel: Het Hof betwijfelde sterk of de boetes wel een legitiem doel dienden, zoals de bescherming van de nationale veiligheid. De verwijderingsverzoeken waren zonder onderscheid gericht op een breed scala aan content, waaronder politieke meningsuiting en onafhankelijke journalistiek. De Russische autoriteiten hadden niet aangetoond hoe deze content een reële bedreiging vormde.
- Niet noodzakelijk in een democratische samenleving: Het Hof oordeelde dat de inmenging absoluut niet “noodzakelijk in een democratische samenleving” was. De content in kwestie betrof thema’s van groot openbaar belang, die de hoogste graad van bescherming genieten onder het EVRM.
- Disproportionele sancties: De boetes waren door hun aard en omvang disproportioneel en konden een significant “chilling effect” hebben. Ze zetten Google onder druk om als censor voor de staat op te treden, wat haaks staat op de rol van het internet als een platform voor de vrije uitwisseling van ideeën.
2. Dwangsommen voor Tsargrad TV waren manifest onredelijk
Ook de verplichting om Tsargrad TV te hosten, beschouwde het Hof als een inmenging in de (negatieve) vrijheid van meningsuiting van Google: het recht om niet gedwongen te worden bepaalde content te verspreiden.
- Twijfelachtig doel en kwade trouw: De Russische autoriteiten toonden een dubbele moraal. Terwijl ze in de zaak Tsargrad beweerden de vrijheid van informatie te beschermen, eisten ze tegelijkertijd de verwijdering van kritische stemmen. Het Hof merkte verder op dat de autoriteiten blijk gaven van kwade trouw door de dwangsommen te blijven innen, zelfs nadat de toegang tot de accounts was hersteld. De reikwijdte van het oorspronkelijke vonnis werd eenzijdig uitgebreid, wat in strijd is met de rechtszekerheid.
- Manifest disproportionele straf: De dwangsommen waren volgens het Hof “astronomisch” en stonden in geen enkele verhouding tot de eventuele schade die Tsargrad leed. Deze aanpak, die navolging kreeg in tal van “copycat”-zaken van staatsgelieerde media, maakte het voor Google onmogelijk om nog in Rusland actief te zijn.
Schending van het recht op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM)
Naast de schending van de vrijheid van meningsuiting, stelde het Hof ook vast dat het recht op een eerlijk proces, zoals verankerd in artikel 6 EVRM, was geschonden. De Russische rechtbanken hadden verzuimd om hun beslissingen deugdelijk te motiveren. Zo werd niet uitgelegd waarom de boetes werden berekend op de omzet van verschillende Google-entiteiten, en werd het verweer van Google genegeerd dat haar Russische dochteronderneming een aparte rechtspersoonlijkheid had en dus niet aansprakelijk was voor boetes opgelegd aan Google LLC.
Wat betekent dit arrest voor uw onderneming?
Deze uitspraak illustreert het groeiende spanningsveld tussen de macht van grote technologiebedrijven en de pogingen van overheden om de online sfeer te reguleren. Hoewel dit arrest specifiek over Rusland gaat, zijn de principes relevant voor heel Europa, ook in België.
- Bescherming voor platformen: Het Hof erkent dat het opleggen van disproportionele boetes en het dwingen tot censuur een schending is van de rechten van online tussenpersonen zelf.
- Belang van een deugdelijke motivering: Overheidsbeslissingen die ingrijpen in de vrijheid van meningsuiting moeten steunen op “relevante en voldoende” redenen. Automatische of stereotiepe redeneringen volstaan niet.
- Grenzen aan regulering: Staten hebben een beoordelingsmarge, maar die is niet onbeperkt. Maatregelen moeten altijd noodzakelijk en proportioneel zijn, zeker wanneer het gaat om politieke meningsuiting.
Heeft u als onderneming, mediabedrijf of content creator te maken met verwijderingsverzoeken, online censuur of andere juridische vraagstukken rond de vrijheid van meningsuiting? De complexe regelgeving en de snel evoluerende rechtspraak vereisen gespecialiseerde juridische bijstand. Onze advocaten beschikken over de expertise om u te adviseren en bij te staan in procedures over mediarecht, technologie en mensenrechten.



