Kan een stiekem opgenomen telefoongesprek als bewijs dienen in een rechtszaak?

In het digitale tijdperk is een telefoongesprek snel opgenomen. Maar mag u die opname ook gebruiken als bewijs in een burgerlijke procedure, bijvoorbeeld om een contractuele wanprestatie van de tegenpartij aan te tonen? Het is een vraag die veel van onze cliënten bezighoudt. In een interessant arrest van 15 april 2025 heeft het hof van beroep te Brussel zich over deze delicate kwestie gebogen. De uitspraak biedt een heldere leidraad over de toelaatbaarheid van zulk (potentieel) onrechtmatig verkregen bewijs.

De feiten: een architect, een aannemer en een verborgen opname

De zaak betrof een geschil tussen bouwheren en hun architect. De bouwheren verweten de architect tekortkomingen bij de uitvoering van renovatiewerken aan hun woning. Om hun gelijk te bewijzen, wilden de bouwheren een cruciaal bewijsstuk voorleggen: een geluidsopname van een telefoongesprek tussen de architect en de aannemer. Pikant detail: de opname was gemaakt door de aannemer, buiten medeweten van de architect.

De architect verzette zich hevig tegen het gebruik van deze opname en de bijhorende transcriptie. Hij argumenteerde dat de opname zijn recht op privacy schond en illegaal was. Om zijn verzet kracht bij te zetten, diende de architect zelfs een strafklacht in tegen de bouwheren wegens het illegaal opnemen, bezitten en verspreiden van een privé-communicatie, een misdrijf strafbaar gesteld door artikel 314bis van het Strafwetboek. Vervolgens vroeg hij de burgerlijke rechter om de procedure op te schorten in afwachting van de uitkomst van de strafzaak, volgens het bekende adagium “le criminel tient le civil en état”.

De redenering van het hof van beroep

Het hof van beroep diende zich over twee belangrijke vragen te buigen:

  1. Moest de burgerlijke procedure worden opgeschort in afwachting van een uitspraak in de strafzaak?
  2. Mocht de telefoongesprekopname, die mogelijk onrechtmatig was verkregen, worden toegelaten als bewijs in het geschil?

1. Geen opschorting van de procedure (“le criminel ne tient pas le civil”)

Het hof weigerde de procedure op te schorten. De regel dat de strafprocedure voorrang heeft op de burgerlijke procedure is er om tegenstrijdige uitspraken te vermijden. Echter, het hof stelde vast dat de uiteindelijke beslissing in de strafzaak geen impact zou hebben op de toelaatbaarheid van het bewijs in de burgerlijke zaak.

Het hof baseerde zich hiervoor op de zogenaamde “Antigoon-rechtspraak” in burgerlijke zaken. De enkele vaststelling dat bewijs onrechtmatig is verkregen (bijvoorbeeld omdat het het resultaat is van een misdrijf), leidt niet automatisch tot de uitsluiting ervan. Een rechter moet dit beoordelen in het licht van het recht op een eerlijk proces. Daarom zou zelfs een strafrechtelijke veroordeling van de bouwheren niet noodzakelijk betekenen dat het bewijs in de burgerlijke zaak geweerd moet worden. Er was dus geen risico op tegenstrijdigheid, waardoor de burgerlijke procedure gewoon kon doorgaan.

2. De opname mag gebruikt worden als bewijs

Vervolgens ging het hof dieper in op de kern van de zaak: de toelaatbaarheid van de opname zelf.

  • Het recht op privacy (art. 8 EVRM)

De architect beriep zich op zijn recht op privacy, zoals gewaarborgd door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het hof oordeelde echter dat dit recht hier niet geschonden was. De bewuste conversatie vond plaats in een zuiver professionele context. Er was geen enkele indicatie dat er tijdens het gesprek privé-elementen aan bod kwamen. De architect kon redelijkerwijs niet verwachten dat aspecten van zijn privéleven ter sprake zouden komen in een professioneel gesprek met de aannemer.

Het hof voegde hieraan toe dat, zelfs als het recht op privacy van toepassing zou zijn, er in dit specifieke geval geen schending was. Het ging om één enkele opname, gemaakt door een derde (de aannemer) en enkel gebruikt voor bewijsdoeleinden in een rechtszaak, wat een legitiem doel is en niet wijst op een bedoeling om te schaden.

  • De algemene regel: onrechtmatig bewijs is niet per se ontoelaatbaar

Het hof herhaalde de vaste rechtspraak van het Hof van Cassatie: onrechtmatig verkregen bewijs in een burgerlijke zaak moet enkel worden uitgesloten indien:

  1. de betrouwbaarheid van het bewijs door de onrechtmatigheid is aangetast;
  2. OF het gebruik van het bewijs het recht op een eerlijk proces in het gedrang brengt.

Bij de beoordeling van het recht op een eerlijk proces moet de rechter een belangenafweging maken en rekening houden met alle omstandigheden van de zaak.

In deze zaak zag het hof geen redenen om het bewijs te weren. De betrouwbaarheid van de opname werd niet aangetast door de manier waarop ze werd verkregen. De architect kon de inhoud en de betrouwbaarheid van het gesprek nog steeds betwisten tijdens de debatten. Het beluisteren van de opname kon zelfs in zijn voordeel spelen als zijn versie van de feiten klopte.

Bovendien woog het bewijsnood van de bouwheren zwaar door. Zij hadden wellicht geen andere manier om het vermeende bestaan van een systeem van prijsopdrijving tussen de architect en de aannemer te bewijzen.

Het hof besloot daarom de opname en de transcriptie ervan toe te laten tot het debat.

Wat betekent dit voor u in de praktijk?

Dit arrest is een belangrijke herinnering aan de pragmatische houding van de Belgische rechtbanken ten aanzien van bewijsvoering in burgerlijke geschillen. Het stiekem opnemen van een gesprek is niet zonder risico’s – een strafrechtelijke klacht is, zoals hier het geval was, nooit uitgesloten. Toch betekent een (mogelijke) onrechtmatigheid niet dat u het bewijsstuk niet kunt gebruiken.

De rechter zal steeds een concrete afweging maken. Cruciale vragen daarbij zijn:

  • Context: Gaat het om een privé- of een professioneel gesprek?
  • Betrouwbaarheid: Is de opname authentiek en niet gemanipuleerd?
  • Noodzaak: Beschikt u over andere middelen om uw standpunt te bewijzen?
  • Proportionaliteit: Is de inbreuk op de privacy van de tegenpartij niet buiten verhouding in vergelijking met het belang van de bewijsvoering?

Heeft u te maken met een contractueel dispuut en beschikt u over een geluidsopname die uw zaak kan ondersteunen? Of wordt u zelf geconfronteerd met een tegenpartij die een stiekem gemaakte opname tegen u wil gebruiken? Dan is gespecialiseerd juridisch advies onontbeerlijk.

Ons kantoor heeft een ruime expertise in het bouw- en contractenrecht en in de finesses van het bewijsrecht. Wij kunnen voor u de slaagkansen van het gebruik van dergelijk bewijs inschatten en een strategie uitwerken om uw rechten maximaal te vrijwaren.


Joris Deene

Advocaat-partner bij Everest Advocaten

Contact

Vragen? Advies nodig?
Neem contact op met Advocaat Joris Deene.

Telefoon: 09/280.20.68
E-mail: joris.deene@everest-law.be

Topics