De ‘Apply AI’-strategie van de EU: een juridische doorbraak of een papieren tijger?

De Europese Commissie heeft vandaag haar langverwachte ‘Apply AI’-strategie onthuld, een ambitieus plan om de adoptie van artificiële intelligentie in de hele Unie te versnellen. De strategie erkent dat de EU, ondanks een sterke industriële basis, achterblijft in de concrete toepassing van AI, met name bij kmo’s. De centrale boodschap is een verschuiving van ontwikkeling naar toepassing, met als doel de Europese competitiviteit en technologische soevereiniteit te versterken. Hoewel het plan barst van de ambitie, roept het tegelijkertijd fundamentele juridische en strategische vragen op die het succes ervan zullen bepalen.

De kern van de strategie: van labo naar werkvloer

De ‘Apply AI’-strategie is gebouwd op een eenvoudig, maar cruciaal uitgangspunt: Europa moet AI niet alleen ontwikkelen, maar vooral ook gebruiken. De Commissie introduceert een “AI first policy”, waarmee ze bedrijven en overheden aanmoedigt om bij het oplossen van problemen eerst te kijken naar AI-oplossingen, bij voorkeur van Europese makelij.

Om dit te realiseren, ontvouwt de strategie een tweeledige aanpak:

  1. Sectorale ‘flagships’: Gerichte initiatieven in strategische sectoren zoals gezondheidszorg, industrie, defensie, mobiliteit en de publieke sector moeten de adoptie van AI een boost geven. Denk aan AI-gestuurde screeningscentra voor kankerdiagnose of de ontwikkeling van AI-modellen voor de maakindustrie.
  2. Horizontale uitdagingen: De strategie pakt ook overkoepelende problemen aan. Dit omvat betere ondersteuning voor kmo’s via European Digital Innovation Hubs , het opleiden van een ‘AI-ready’ beroepsbevolking en, cruciaal, het wegnemen van onzekerheid rond de implementatie van de AI Act.

De ‘Frontier AI Initiative’: het strategische en juridische zwaartepunt

Hoewel de sectorale aanpak breed is, ligt de ware strategische kern van de strategie in de zogenaamde ‘Frontier AI Initiative’. Dit initiatief focust op de ontwikkeling van de meest geavanceerde, grensverleggende AI-modellen – de ‘foundation models’ die de basis vormen voor talloze toepassingen. Het is hier dat de ambitie van technologische soevereiniteit het scherpst wordt gesteld. Maar net hier duiken ook de grootste juridische en praktische hordes op. Het succes van dit initiatief, en bij uitbreiding van de hele strategie, hangt af van hoe de EU de volgende vijf cruciale aspecten aanpakt.

1. Van model naar meetbare impact

Een Europees AI-model is pas waardevol als het in de praktijk wordt gebruikt. De strategie moet vermijden dat de EU zelf een model van nul probeert op te bouwen. De focus moet liggen op het gericht ondersteunen van bestaande private en academische initiatieven. De echte test is of een kmo in de productiesector of een lokale overheidsdienst daadwerkelijk een meetbaar voordeel haalt uit deze technologieën. Simpele “EU-brede competities” zullen hierbij wellicht niet volstaan; er is concrete, laagdrempelige ondersteuning nodig.

2. Veiligheid en betrouwbaarheid als fundament

In de huidige geopolitieke context is AI zonder robuuste veiligheidsgaranties een onaanvaardbaar risico. Het Frontier AI Initiative moet veiligheid integreren vanaf het ontwerp (‘safety by design’). Dit gaat verder dan enkel technische robuustheid en raakt aan productaansprakelijkheid, de beveiliging van kritieke infrastructuur en het voorkomen van misbruik voor desinformatie of cyberaanvallen.

3. De juridische knelpunten: auteursrecht, data en fairness

De strategie erkent de noodzaak van “trustworthy AI”, maar de weg daarnaartoe is bezaaid met juridische obstakels. Het Frontier AI Initiative moet een voortrekkersrol spelen in het oplossen van openstaande vraagstukken:

  • Auteursrecht: De onduidelijkheid over het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal voor het trainen van AI-modellen is een majeur knelpunt. De strategie belooft een studie, maar de markt heeft dringend nood aan concrete richtlijnen. Wat kwalificeert bijvoorbeeld als een geldige, machineleesbare ‘opt-out’ onder de Text and Data Mining (TDM)-uitzondering? Zonder duidelijkheid hierover blijven zowel ontwikkelaars als creatievelingen in een juridisch vacuüm opereren.
  • Data en privacy: AI-modellen hebben enorme hoeveelheden data nodig. De strategie verwijst naar de European Health Data Space en Data Spaces for Manufacturing, maar de praktische en juridische uitwerking van data-pooling met respect voor de AVG, bedrijfsgeheimen en intellectuele eigendom blijft een immense uitdaging.
  • Fairness en bias: Het vermijden van discriminatie en ‘hallucinaties’ is een kernvereiste van de AI Act. Europese modellen moeten worden getraind op diverse en representatieve datasets om te voldoen aan deze principes en het vertrouwen van burgers en consumenten te winnen.

4. Soevereiniteit: is geld en politieke wil voldoende?

De ambitie om soeverein te zijn in een markt gedomineerd door niet-Europese techgiganten vergt meer dan goede bedoelingen. De Commissie mobiliseert ongeveer 1 miljard euro, maar de vraag is of dit volstaat. Echte soevereiniteit vereist gedurfde keuzes:

  • Concrete deliverables: In plaats van louter competities, zijn er concrete hefbomen nodig, zoals gestandaardiseerde sjablonen voor kmo’s, vouchers voor AI-opleidingen en de garantie van rekenkracht die draait op hernieuwbare energie.
  • Europese aanbestedingsregels: Een krachtig, maar politiek gevoelig instrument zou de introductie van nieuwe aanbestedingsregels kunnen zijn (‘Buy European’). Door een aanzienlijke vraag vanuit de publieke sector te creëren voor Europese AI-modellen, kan de marktontwikkeling aanzienlijk worden gestimuleerd.
  • Gecoördineerde actie: De strategie roept lidstaten op hun nationale strategieën af te stemmen. Initiatieven zoals een Duits-Franse top over digitale soevereiniteit kunnen cruciaal zijn om deze coördinatie te versterken.

5. Governance: wie houdt de vinger aan de pols?

De strategie voorziet in een governance-structuur met een ‘Apply AI Alliance’ en een ‘AI Observatory’. Dit is een goede stap, maar de effectiviteit hangt af van de invulling. Een onafhankelijke adviesraad met experten kan de kwaliteit bewaken en de ambities hoog houden. Bovendien is het essentieel dat niet alleen de industrie, maar ook het maatschappelijk middenveld en consumentenorganisaties een volwaardige stem krijgen in het debat. Dit is de enige manier om een volledig beeld te krijgen van wat Europa echt nodig heeft en om te verzekeren dat AI ten dienste staat van de hele samenleving.

Wat betekent dit voor uw onderneming?

De ‘Apply AI’-strategie is geen abstract beleidsdocument. Het signaleert een duidelijke richting die op termijn elke onderneming zal raken. Bedrijven doen er goed aan om nu al proactief te handelen:

  • Anticipeer op de AI Act: Wacht niet tot alle richtlijnen zijn gepubliceerd. Begin nu met het in kaart brengen van uw (geplande) gebruik van AI-systemen en evalueer of deze onder de categorie ‘hoog risico’ kunnen vallen.
  • Evalueer uw data: De kwaliteit en wettigheid van uw data zijn de brandstof voor AI. Zorg dat uw data governance in lijn is met de AVG en dat u over de nodige rechten beschikt om data te gebruiken voor AI-toepassingen.
  • Controleer op auteursrecht: Indien u generatieve AI gebruikt of ontwikkelt, wees u bewust van de risico’s met betrekking tot auteursrecht. Documenteer de bronnen en wees voorzichtig met de output die mogelijk inbreuk maakt op de rechten van derden.

Conclusie

De ‘Apply AI’-strategie is een noodzakelijke en ambitieuze poging om Europa’s achterstand in de toepassing van AI om te buigen in een voorsprong. De focus op praktische implementatie en technologische soevereiniteit is terecht. Het succes zal echter niet afhangen van de ronkende verklaringen, maar van de mate waarin de EU erin slaagt om de complexe juridische, financiële en bestuurlijke knelpunten – met name binnen het cruciale Frontier AI Initiative – daadwerkelijk op te lossen. Zonder concrete antwoorden op vragen rond auteursrecht, data en veiligheid, dreigt deze strategie een papieren tijger te blijven.


Joris Deene

Advocaat-partner bij Everest Advocaten

Contact

Vragen? Advies nodig?
Neem contact op met Advocaat Joris Deene.

Telefoon: 09/280.20.68
E-mail: joris.deene@everest-law.be

Topics