U bent een arts, kinesitherapeut of andere zorgverlener en ontdekt dat uw professionele gegevens (naam, adres, telefoonnummer) op een commercieel online platform staan. U heeft hiervoor nooit toestemming gegeven en vraagt zich af of dit zomaar mag.
In een arrest van 3 september 2025 heeft het Brusselse Marktenhof een boete van de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) hierover vernietigd. Het Hof oordeelde dat een platform zich mogelijk kan baseren op een “gerechtvaardigd belang” (en dus geen toestemming nodig heeft), maar dat de GBA haar huiswerk moet overdoen. De GBA had de belangenafweging veel grondiger moeten motiveren en de concrete impact op de zorgverleners moeten onderzoeken.
De feiten en de juridische context
De zaak draaide rond een internetplatform dat patiënten helpt bij het vinden en contacteren van zorgverleners in België. Dit platform bood twee soorten profielen aan:
- Betalende profielen: Zorgverleners die een abonnement namen, kregen een uitgebreid profiel met meer zichtbaarheid en online boekingstools.
- Gratis profielen: Zorgverleners die geen abonnement hadden, werden toch op het platform weergegeven met basisberoepsgegevens (naam, voornaam, specialisatie, telefoonnummer en adres).
Een aantal zorgverleners diende een klacht in bij de GBA omdat hun gegevens zonder hun toestemming werden gebruikt voor deze “gratis profielen”.
De Geschillenkamer van de GBA stelde de zorgverleners in het gelijk. Zij legde in een beslissing van 14 juni 2023 (nr. 75/2023) het platform een administratieve geldboete van 10.000 euro op en beval de verwerking stop te zetten. De GBA oordeelde dat het platform twee inbreuken op de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG – GDPR) had begaan:
- Er was geen geldige rechtsgrond voor de verwerking. De GBA was van oordeel dat de belangenafweging in het kader van het “gerechtvaardigd belang” (art. 6.1.f AVG) negatief uitviel voor het platform.
- Het platform had de uitoefening van het recht op gegevenswissing niet voldoende gefaciliteerd, waardoor het te laat had gereageerd op een verwijderverzoek.
Het platform was het hier niet mee eens en tekende beroep aan bij het Marktenhof.
De beslissing van het Marktenhof
Het Marktenhof vernietigde de volledige beslissing van de GBA. De redenering van het Hof was gebaseerd op twee pijlers: de rechtsgrond voor verwerking en de afhandeling van het verwijderverzoek.
1. De onrechtmatige verwerking en het ‘gerechtvaardigd belang’
Dit was de kern van de zaak. Het platform stelde dat het geen toestemming nodig had, omdat het zich kon baseren op de rechtsgrond “gerechtvaardigd belang” (artikel 6, lid 1, f) AVG). Om deze rechtsgrond te gebruiken, moet aan drie voorwaarden voldaan zijn: een doeltoets, een noodzaaktoets en een belangenafweging.
De GBA en het platform waren het erover eens dat de verwerking een gerechtvaardigd doel diende en noodzakelijk was. De discussie spitste zich volledig toe op de derde voorwaarde: de belangenafweging. Wegen de commerciële belangen van het platform zwaarder dan het recht op gegevensbescherming van de zorgverleners?
Het Marktenhof oordeelde dat de analyse van de GBA op dit punt manifest onvoldoende gemotiveerd was. Het Hof stelde verschillende gebreken vast in de beslissing van de GBA:
- Geen concrete impactanalyse: De GBA had geen effectbeoordeling gedaan van de concrete gevolgen van de verwerking voor de betrokken zorgverleners.
- Geen onderzoek naar neutraliteit: De GBA had niet onderzocht hoe de gegevens werden gepresenteerd. Het Hof verwees naar Duitse rechtspraak en stelde dat het een relevant criterium is of de publiek beschikbare gegevens op een “voldoende neutrale en niet-discriminerende wijze” worden weergegeven.
- Foutieve opvatting over ‘toestemming’: De GBA stelde ten onrechte dat toestemming “de meest geëigende rechtsgrond” zou zijn. Het Marktenhof herinnerde eraan dat artikel 6 AVG geen hiërarchie van rechtsgronden voorziet.
- Negeren van de marktpraktijk: Het platform had aangevoerd dat concurrenten exact hetzelfde doen en zich ook baseren op het gerechtvaardigd belang. De GBA had op dit argument niet geantwoord.
Omdat de belangenafweging van de GBA onvoldoende onderbouwd was, werd de beslissing op dit punt vernietigd.
2. De schending van het recht op gegevenswissing
De GBA verweet het platform ook dat het te laat had gereageerd op een aangetekend schrijven van 25 oktober 2021 waarin de zorgverleners om verwijdering vroegen.
Het platform kon echter aantonen dat het deze brief nooit had ontvangen wegens uitzonderlijke omstandigheden: de brief werd afgeleverd op de maatschappelijke zetel (een flatgebouw) op een moment dat de zaakvoerder in het buitenland verbleef en de rest van het personeel verplicht telewerkte wegens de coronamaatregelen .
Het Marktenhof stelde vast dat het platform wél onmiddellijk (binnen 24 uur) had gehandeld zodra het daadwerkelijk kennisnam van het verzoek via een schrijven van de Inspectiedienst van de GBA op 13 januari 2022. De GBA had zelf toegegeven dat het platform “spoedig” had gehandeld.
Gezien deze specifieke omstandigheden en het feit dat het platform wel degelijk andere kanalen aanbood om rechten uit te oefenen (zoals een e-mailadres) , oordeelde het Hof dat men het platform geen gebrek aan facilitering kon verwijten. Ook dit deel van de GBA-beslissing werd daarom vernietigd.
Juridische analyse en duiding
Dit arrest is van groot belang voor de ‘data-economie’ en in het bijzonder voor bedrijven die publiek beschikbare gegevens verzamelen en structureren (data-aggregatoren).
Het Hof zegt niet dat het publiceren van professionele gegevens zonder toestemming altijd toegelaten is. Het zegt wel dat de GBA te kort door de bocht is gegaan door de rechtsgrond “gerechtvaardigd belang” zomaar van tafel te vegen.
Cruciaal is de introductie van het criterium van neutrale en niet-discriminerende weergave. De GBA had moeten onderzoeken of de ‘gratis profielen’ op een eerlijke manier werden getoond, dan wel of ze op een misleidende of negatieve manier werden gepresenteerd (bv. als ‘onvolledig’ of ‘niet-geverifieerd’) om zorgverleners zo onder druk te zetten om een betalend profiel te nemen. Een dergelijke praktijk zou de belangenafweging wellicht wel in het nadeel van het platform doen uitvallen. Door dit niet te onderzoeken, was de beslissing van de GBA onvoldoende gemotiveerd.
De uitspraak over het recht op wissing is een blijk van pragmatisme. De AVG legt een plicht op om de uitoefening van rechten te “faciliteren”, maar dit is geen absolute resultaatsverbintenis die geen rekening houdt met de realiteit. Het Hof aanvaardde dat een bedrijf in de uitzonderlijke context van de coronapandemie niet kon worden verweten een fysieke aangetekende brief te hebben gemist, zeker niet wanneer het onmiddellijk reageerde van zodra het via een ander kanaal (de GBA zelf) op de hoogte werd gebracht.
Wat dit concreet betekent
Voor online platformen en dataverzamelaars
- U kunt zich baseren op “gerechtvaardigd belang” (art. 6.1.f AVG) voor het verwerken van openbare professionele gegevens, maar uw belangenafweging moet waterdicht en concreet zijn.
- Cruciaal: Zorg ervoor dat de weergave van “gratis” of “niet-betalende” profielen volstrekt neutraal en niet-discriminerend is. Elke suggestie dat een gratis profiel “slechter” of “onvolledig” is, kan de balans in uw nadeel doen doorslaan.
- Documenteer uw belangenafweging grondig, idealiter in een Data Protection Impact Assessment (DPIA).
- Zorg voor duidelijke, laagdrempelige en functionerende kanalen (zoals een privacy-e-mailadres) waarmee betrokkenen hun rechten kunnen uitoefenen.
Voor zorgverleners en andere professionals
- Het feit dat uw professionele gegevens openbaar zijn (bv. op uw eigen website of bij uw beroepsorde), betekent niet dat iedereen ze zomaar mag hergebruiken voor eender welk commercieel doel.
- Als u van een platform verwijderd wilt worden, is uw eerste stap het uitoefenen van uw recht van bezwaar (art. 21 AVG) of recht op wissing (art. 17 AVG).
- Doe dit bij voorkeur via de kanalen die het platform zelf aanbiedt (bv. het e-mailadres in hun privacybeleid). Zoals deze zaak aantoont, is dit vaak efficiënter dan een aangetekende brief.
- Als het platform weigert of niet tijdig reageert, kunt u een klacht indienen bij de Gegevensbeschermingsautoriteit.
Veelgestelde vragen
Is “toestemming” altijd nodig om persoonsgegevens te verwerken?
Nee. De AVG/GDPR voorziet in artikel 6 zes mogelijke rechtsgronden voor een rechtmatige verwerking. Toestemming (sub a) is er daar één van, maar “de behartiging van de gerechtvaardigde belangen” (sub f) is er ook één. Zoals het Marktenhof in dit arrest bevestigt, bestaat er geen hiërarchie tussen deze rechtsgronden.
Wat is het verschil tussen het recht op wissing (art. 17) en het recht van bezwaar (art. 21)?
Het recht op wissing (ook ‘recht op vergetelheid’ genoemd) is van toepassing in specifieke gevallen, bijvoorbeeld als de gegevens onrechtmatig zijn verwerkt of niet langer nodig zijn voor de doeleinden waarvoor ze zijn verzameld. Als de verwerking (zoals in deze zaak) gebaseerd is op een “gerechtvaardigd belang”, kan de betrokkene zich beroepen op het recht van bezwaar (Art. 21 AVG). U kunt dan “wegens met uw specifieke situatie verband houdende redenen” bezwaar maken tegen de verwerking.
Binnen welke termijn moet een bedrijf reageren op mijn verzoek tot verwijdering?
Volgens artikel 12, lid 3 van de AVG moet de verwerkingsverantwoordelijke “onverwijld en in ieder geval binnen een maand” na ontvangst van het verzoek informatie verstrekken over het gevolg dat eraan is gegeven. In dit arrest werd het platform niet bestraft voor een vertraging omdat het onmiddellijk handelde (binnen 24 uur) nadat het daadwerkelijk kennisnam van het verzoek.
Conclusie
Dit arrest is een belangrijke terechtwijzing voor de GBA. Het bevestigt dat “gerechtvaardigd belang” een reële en volwaardige rechtsgrond is voor commerciële databanken die publieke gegevens verwerken, maar stelt tegelijk scherpe eisen aan de belangenafweging. De GBA had de concrete impact en vooral de neutraliteit van de publicatie moeten onderzoeken, wat zij naliet. Tegelijkertijd toont het arrest dat de praktische realiteit (zoals de impact van de coronapandemie op telewerk) meeweegt in de beoordeling of een bedrijf zijn plichten onder de AVG correct is nagekomen.



