Het Uniemodel

1. Inleiding: Wat is een Uniemodel?

Het uiterlijk van een product of een deel ervan kan beschermd worden als Uniemodel (voorheen bekend als Gemeenschapsmodel). Deze bescherming wordt geregeld in de Verordening betreffende Uniemodellen (VOGMO). Het Uniemodel biedt ontwerpers en bedrijven de mogelijkheid om met één enkele registratieprocedure bescherming te verkrijgen voor het uiterlijk van hun producten in alle lidstaten van de Europese Unie.

De verordening voorziet in twee verschillende beschermingssystemen:

  • Het ingeschreven Uniemodel: Dit model krijgt bescherming na registratie bij het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) in Alicante, Spanje. Deze bescherming is robuuster en langduriger.
  • Het niet-ingeschreven Uniemodel: Dit model ontvangt automatische bescherming zonder formaliteiten vanaf het moment dat het binnen de EU voor het publiek beschikbaar wordt gesteld. De bescherming is beperkter maar biedt een laagdrempelige optie voor kortlevende designs.

Een fundamenteel kenmerk van het Uniemodel is dat het een eenheid vormt. Dit betekent dat het slechts kan worden verleend en bestaat voor de gehele EU. Het is niet mogelijk om bescherming te verkrijgen voor slechts één of enkele EU-lidstaten. Het Uniemodel heeft dezelfde rechtsgevolgen in alle lidstaten van de EU. Inschrijving, overdracht, afstand, vervallenverklaring, nietigverklaring en verbod op gebruik ervan zijn uitsluitend mogelijk voor de gehele EU.

2. Het beschermde voorwerp

Zowel het ingeschreven als het niet-ingeschreven Uniemodel beschermen een model, oftewel de verschijningsvorm (het uiterlijk) van een voortbrengsel of een deel ervan. Het betreft de visuele kenmerken van een product, zoals de omtrek, de kleuren, de vorm, de textuur, de materialen, de versiering en meer.

Ook onderdelen van samengestelde voortbrengselen kunnen worden beschermd, mits zij tijdens normaal gebruik zichtbaar blijven en zelf aan de beschermingsvoorwaarden voldoen.

De gehanteerde begrippen ‘model’, ‘voortbrengsel’, ‘onderdeel’ en ‘samengesteld voortbrengsel’ hebben dezelfde betekenis als bij het Beneluxmodel:

  • Model: de verschijningsvorm van een voortbrengsel of een deel ervan
  • Voortbrengsel: elk op industriële of ambachtelijke wijze vervaardigd voorwerp, met inbegrip van onderdelen die bestemd zijn om tot een samengesteld voortbrengsel te worden samengevoegd, verpakkingen, uitvoering, grafische symbolen en typografische lettertypen
  • Samengesteld voortbrengsel: een voortbrengsel dat bestaat uit meerdere onderdelen die vervangen kunnen worden

Belangrijk om te weten is dat, net als in de Benelux, reparatieonderdelen niet als Uniemodel beschermd kunnen worden. Dat geldt specifiek voor onderdelen die uitsluitend worden gebruikt voor herstel van het oorspronkelijke uiterlijk van een samengesteld voortbrengsel (de zogenaamde “must-match” onderdelen).

3. De beschermingsvoorwaarden

Een model wordt als Uniemodel beschermd wanneer het aan twee belangrijke voorwaarden voldoet:

  1. Nieuwheid: Een model wordt als nieuw beschouwd indien voor het publiek geen identiek model beschikbaar is gesteld vóór de datum van indiening van de aanvraag om inschrijving of, wanneer aanspraak op voorrang wordt gemaakt, vóór de datum van voorrang. Modellen worden als identiek beschouwd indien hun kenmerken slechts in onbelangrijke details verschillen.
  2. Eigen karakter: Een model wordt geacht een eigen karakter te hebben indien de algemene indruk die het bij de geïnformeerde gebruiker wekt, verschilt van de algemene indruk die bij die gebruiker wordt gewekt door modellen die voor het publiek beschikbaar zijn gesteld vóór de datum van indiening van de aanvraag of, wanneer aanspraak op voorrang wordt gemaakt, vóór de datum van voorrang.

De “geïnformeerde gebruiker” is een essentieel concept in dit kader. Het gaat om een fictieve persoon die ligt tussen de gemiddelde consument (die niet noodzakelijkerwijs gedetailleerde vergelijkingen maakt tussen verschillende modellen) en de sectordeskundige (die over zeer specifieke technische kennis beschikt). De geïnformeerde gebruiker is bekend met de verschillende modellen die in de betrokken sector bestaan, beschikt over een zekere kennis van de elementen die deze modellen normaal gesproken bevatten, en is bij zijn gebruik van de betrokken voortbrengselen relatief aandachtig.

Ook voor onderdelen geldt een identieke regeling als die opgenomen in het Benelux-verdrag voor de intellectuele eigendom (BVIE). Voor de beoordeling van nieuwheid en eigen karakter van een onderdeel moet rekening worden gehouden met de mate van vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van het model.

Voor niet-ingeschreven Uniemodellen is het referentiepunt voor de beoordeling van nieuwheid en eigen karakter de datum waarop het model voor het eerst binnen de EU voor het publiek beschikbaar is gesteld.

Uitsluitingen van bescherming

Het is belangrijk te weten dat de volgende elementen uitgesloten zijn van bescherming als Uniemodel:

  • Technisch bepaalde kenmerken: Uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel die uitsluitend door de technische functie worden bepaald, komen niet in aanmerking voor bescherming. Deze uitsluiting voorkomt dat modellenrecht zou worden gebruikt om technische oplossingen te monopoliseren, wat het domein is van het octrooirecht.
  • Must-fit kenmerken: Modellen van mechanische verbindingen van samengestelde producten die in hun exacte vorm en afmetingen gereproduceerd moeten worden om het product waarin het model verwerkt is of waarop het toegepast is, mechanisch met een ander product te kunnen verbinden zodat elk van beide producten zijn functie kan vervullen.
  • Modellen die strijdig zijn met de openbare orde en goede zeden: Modellen die in strijd zijn met de openbare orde of in strijd zijn met de aanvaarde zeden in een lidstaat zijn uitgesloten van bescherming.

4. Aanvang en duur van de bescherming

Ingeschreven Uniemodel

Na inschrijving door het EUIPO wordt een model dat aan de beschermingsvoorwaarden voldoet, gedurende vijf jaar beschermd, met ingang van de datum van indiening van de aanvraag. Deze initiële beschermingsperiode kan worden verlengd met opeenvolgende tijdvakken van vijf jaar, tot een maximum van in totaal 25 jaar vanaf de indieningsdatum.

Om de bescherming te verlengen, moet de houder een verzoek tot vernieuwing indienen bij het EUIPO en de vernieuwingstaksen betalen. Dit verzoek kan worden ingediend binnen een periode van zes maanden vóór het verstrijken van de registratie. Er is bovendien een respijttermijn van zes maanden na de vervaldatum, waarbij dan wel een toeslag moet worden betaald.

Niet-ingeschreven Uniemodel

Een model dat aan de beschermingsvoorwaarden voldoet, wordt als niet-ingeschreven Uniemodel beschermd gedurende drie jaar met ingang van de datum waarop het model voor het eerst binnen de EU voor het publiek beschikbaar is gesteld.

Een model wordt geacht binnen de EU voor het publiek beschikbaar te zijn gesteld indien het:

  • Gepubliceerd is (bijvoorbeeld in tijdschriften, catalogi, etc.)
  • Tentoongesteld is (bijvoorbeeld op vakbeurzen)
  • In de handel gebracht is
  • Anderszins openbaar gemaakt is

De openbaarmaking moet zodanig zijn dat deze feiten bij een normale gang van zaken redelijkerwijs ter kennis konden zijn gekomen van ingewijden in de betrokken sector die in de EU werkzaam zijn.

Belangrijk: het model wordt niet geacht voor het publiek beschikbaar te zijn gesteld louter omdat het onder uitdrukkelijke of stilzwijgende voorwaarde van geheimhouding aan een derde bekendgemaakt is. Dit betekent dat wanneer u een design toont aan potentiële partners of fabrikanten onder een geheimhoudingsovereenkomst, dit niet telt als openbaarmaking in de zin van de verordening.

Daarnaast is het essentieel te weten dat een model dat niet openbaar is gemaakt op het grondgebied van de EU, niet beschouwd wordt als een niet-geregistreerd Uniemodel. Het eerste moment van openbaarmaking moet dus plaatsvinden binnen de EU om te kunnen genieten van de bescherming als niet-ingeschreven Uniemodel.

5. De rechthebbende op een Uniemodel

Het recht op een Uniemodel komt in principe toe aan de ontwerper of zijn rechtverkrijgende. De ontwerper is de natuurlijke persoon die het model heeft gecreëerd.

Meerdere ontwerpers

Wanneer twee of meer personen gezamenlijk een model hebben ontwikkeld, komt hun het recht op het Uniemodel gezamenlijk toe. Zij zijn gezamenlijk rechthebbenden en moeten de uitoefening van hun rechten in onderling overleg regelen.

Werknemersmodellen

Wanneer een model door een werknemer in de uitoefening van zijn functie of volgens de instructies van zijn werkgever wordt ontwikkeld, komt het recht op het Uniemodel aan de werkgever toe, tenzij:

  • Bij overeenkomst anders is bepaald
  • De toepasselijke nationale wetgeving een andersluidende bepaling bevat

Dit is een belangrijke bepaling voor bedrijven, omdat hiermee wordt verzekerd dat de creatieve arbeid van werknemers, verricht in het kader van hun dienstverband, automatisch toekomt aan de werkgever.

Modellen in opdracht

Het is belangrijk op te merken dat de bovenstaande regel niet geldt voor modellen gemaakt in opdracht. In het geval van ontwerpen die in opdracht zijn gemaakt, komt het recht op een Uniemodel toe aan de ontwerper of zijn rechtverkrijgende, tenzij anders overeengekomen.

Dit betekent dat wanneer u een freelance designer of extern ontwerpbureau inhuurt, u expliciet moet overeenkomen dat de intellectuele eigendomsrechten op het ontwerp aan u worden overgedragen. Anders blijven deze rechten bij de ontwerper.

Opeisen van rechten

Wanneer een niet-ingeschreven Uniemodel openbaar wordt gemaakt door of wanneer daarop aanspraak wordt gemaakt door een persoon die geen recht heeft op het model, of wanneer een ingeschreven Uniemodel is aangevraagd of ingeschreven op naam van zo’n persoon, kan de rechthebbende vorderen dat hij als rechtmatig houder van het Uniemodel wordt erkend.

6. De toegekende rechten en beperkingen

Inbreukcriterium

Het inbreukcriterium bij zowel een ingeschreven als een niet-ingeschreven Uniemodel is identiek: er kan opgetreden worden tegen elk model dat bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt. Bij de beoordeling van de draagwijdte van de bescherming wordt rekening gehouden met de mate van vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van het model.

Rechten verbonden aan een ingeschreven Uniemodel

De houder van een ingeschreven Uniemodel heeft het exclusieve recht om het model te gebruiken en derden te verbieden het zonder zijn toestemming te gebruiken. Dit omvat onder meer het:

  • Vervaardigen van producten waarin het model is verwerkt of waarop het is toegepast
  • Aanbieden van dergelijke producten
  • In de handel brengen van deze producten
  • Invoeren of uitvoeren van deze producten
  • Gebruiken van deze producten
  • In voorraad hebben van deze producten voor de bovengenoemde doeleinden

Deze exclusieve rechten gelden voor elk model dat bij de geïnformeerde gebruiker geen andere algemene indruk wekt, waarbij rekening wordt gehouden met de mate van vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van het model.

Rechten verbonden aan een niet-ingeschreven Uniemodel

De bescherming van een niet-ingeschreven Uniemodel is beperkter. Aan een niet-ingeschreven Uniemodel is alleen het recht verbonden om het gebruik van een inbreukmakend model te beletten wanneer dit gebruik voortvloeit uit het namaken van het beschermde model.

Het aangevochten gebruik wordt niet beschouwd als voortvloeiende uit het namaken indien dit gebruik voortvloeit uit onafhankelijk scheppend werk door een ontwerper van wie redelijkerwijs mag worden aangenomen dat hij het door de rechthebbende openbaar gemaakte model niet kende.

Dit betekent dat het bij een niet-ingeschreven Uniemodel essentieel is om te kunnen bewijzen dat de vermeende inbreukmaker uw design heeft gekopieerd. Als deze kan aantonen dat het design onafhankelijk is ontwikkeld zonder kennis van uw model, is er geen sprake van inbreuk.

Beperkingen op de rechten

Er bestaan diverse beperkingen op de rechten verbonden aan een Uniemodel, zoals:

  1. Privégebruik: Handelingen in de privésfeer en voor niet-commerciële doeleinden vallen buiten het bereik van de bescherming.
  2. Experimenteel gebruik: Handelingen voor experimentele doeleinden zijn toegestaan.
  3. Citaat- en onderwijsgebruik: Reproducties voor citatiedoeleinden of onderwijsdoeleinden zijn toegestaan, mits deze verenigbaar zijn met de eerlijke handelsgebruiken, de normale exploitatie van het model niet belemmeren en de bron wordt vermeld.
  4. Gebruik in schepen en luchtvaartuigen: Het gebruiksrecht geldt niet ten aanzien van de uitrusting op schepen en luchtvaartuigen die in een ander land zijn ingeschreven, wanneer deze tijdelijk op het grondgebied van de EU komen.
  5. Recht van voorgebruik: Degene die in de EU vóór de datum van indiening of voorrang te goeder trouw gebruik heeft gemaakt van een model dat binnen de beschermingsomvang van een ingeschreven Uniemodel valt, of daartoe voorbereidingen heeft getroffen, heeft het recht dat model voor die doeleinden te blijven gebruiken.

Communautaire uitputting

Er is sprake van communautaire uitputting: de rechten die aan een Uniemodel zijn verbonden, strekken zich niet uit tot handelingen die betrekking hebben op een product waarin een model is verwerkt of waarop het is toegepast, wanneer dat product door de houder van het Uniemodel of met diens toestemming in de EU in de handel is gebracht.

Dit betekent dat wanneer u als rechthebbende uw product eenmaal in de EU op de markt heeft gebracht, u niet kunt verhinderen dat anderen die producten doorverkopen of anderszins commercieel gebruiken.

7. Het einde van de bescherming

De bescherming als Uniemodel kan op verschillende manieren eindigen:

Nietigheid

Een Uniemodel kan nietig worden verklaard indien:

  • Het geen “model” is in de zin van de verordening
  • Het niet nieuw is
  • Het geen eigen karakter heeft
  • De uiterlijke kenmerken uitsluitend door de technische functie worden bepaald
  • Het in strijd is met de openbare orde of goede zeden
  • De rechthebbende geen aanspraak heeft op het Uniemodel
  • Het in conflict is met een ouder model
  • Er onbevoegd gebruik wordt gemaakt van een werk dat beschermd is door het auteursrecht
  • Er onbevoegd gebruik wordt gemaakt van een embleem, wapen, etc.

Nietigverklaring van een ingeschreven Uniemodel

Een ingeschreven Uniemodel kan nietig verklaard worden:

  • Op vordering bij het EUIPO
  • Door een rechtbank voor het Uniemodel op reconventionele vordering in een inbreukprocedure

Nietigverklaring van een niet-ingeschreven Uniemodel

Een niet-ingeschreven Uniemodel wordt door een rechtbank voor het Uniemodel nietig verklaard:

  • Op vordering bij die rechtbank
  • Op reconventionele vordering in een inbreukprocedure

Verval

Een ingeschreven Uniemodel vervalt:

  • Na afloop van de maximale beschermingsduur van 25 jaar
  • Indien de vernieuwingstaksen niet tijdig worden betaald

Een niet-ingeschreven Uniemodel vervalt automatisch na afloop van de beschermingsduur van 3 jaar.

Afstand

De houder van een ingeschreven Uniemodel kan afstand doen van zijn recht. De afstand moet schriftelijk worden verklaard bij het EUIPO en wordt pas van kracht na inschrijving in het register. De afstand kan gedeeltelijk zijn, voor slechts bepaalde producten, als dit de identiteit van het model niet aantast.

8. Uniemodellen als deel van het vermogen

Een Uniemodel kan deel uitmaken van het vermogen en wordt daarbij beschouwd als een nationaal modelrecht van de lidstaat waar:

  • De houder op de relevante dag zijn woonplaats of zetel had, of
  • De houder, indien het bovenstaande niet van toepassing is, op de relevante dag een vestiging had

In geval van gezamenlijk houderschap geldt de lidstaat van de eerste medehouder volgens de bovenstaande regels, of in het geval van een niet-ingeschreven Uniemodel, de door de medehouders in onderling overleg aangewezen medehouder.

Licenties

Een Uniemodel kan het voorwerp zijn van een licentie voor de gehele EU of voor een deel daarvan. De licentie kan exclusief of niet-exclusief zijn.

De houder kan de aan het Uniemodel verbonden rechten inroepen tegen een licentiehouder die:

  • Handelt in strijd met de duur van de licentie
  • Handelt in strijd met de vorm waarin het model mag worden gebruikt
  • De overeengekomen productreeks overschrijdt
  • Niet voldoet aan de overeengekomen kwaliteitsnormen

Zakelijke rechten

Een ingeschreven Uniemodel kan ook:

  • In pand worden gegeven
  • Het voorwerp zijn van een ander zakelijk recht
  • Het voorwerp zijn van gedwongen tenuitvoerlegging

Registratie van vermogensrechtelijke handelingen

Vermogensrechtelijke handelingen zoals overdracht, licenties of zakelijke rechten kunnen worden ingeschreven in het register van Uniemodellen. Dit heeft belangrijke juridische consequenties:

  • Zolang de overgang van een ingeschreven Uniemodel niet in het register is ingeschreven, mag de rechtverkrijgende zich niet op de rechten uit de inschrijving beroepen
  • Overdrachten, zakelijke rechten en licenties kunnen in alle lidstaten slechts aan derden worden tegengeworpen nadat zij in het register zijn ingeschreven

9. Het verkrijgen van een ingeschreven Uniemodel

Om een ingeschreven Uniemodel te verkrijgen, moet een aanvraag worden ingediend. Dit kan op verschillende manieren:

  1. Rechtstreeks bij het EUIPO in Alicante, Spanje
  2. Bij de centrale dienst voor industriële eigendom van een lidstaat
  3. Bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE)

Indien een aanvraag wordt ingediend bij een nationale dienst of het BBIE, zenden zij de aanvraag door naar het EUIPO.

Vereisten voor de aanvraag

De aanvraag moet de volgende elementen bevatten:

  1. Een verzoek tot inschrijving
  2. Gegevens ter identificatie van de aanvrager
  3. Een voor reproductie geschikte afbeelding van het model
  4. Een opgave van de voortbrengselen waarin het model zal worden verwerkt of waarop het zal worden toegepast

Optioneel kan de aanvraag ook bevatten:

  • Een beschrijving ter verduidelijking van de afbeelding
  • Een verzoek tot opschorting van de publicatie (maximaal 30 maanden)
  • De vermelding van de ontwerper of het ontwerpteam

Het is belangrijk te weten dat de opgave van de voortbrengselen, de beschrijving en de classificatie niet van invloed zijn op de draagwijdte van de bescherming van het model als zodanig.

Enkelvoudige en meervoudige aanvragen

Een aanvraag kan een enkelvoudige of een meervoudige aanvraag zijn:

  • Enkelvoudige aanvraag: voor de bescherming van één model
  • Meervoudige aanvraag: voor de bescherming van meerdere modellen in één aanvraag

Bij een meervoudige aanvraag moeten alle modellen, behalve bij versieringen, behoren tot dezelfde klasse van de internationale classificatie voor tekeningen en modellen van nijverheid (classificatie van Locarno).

Elk model dat deel uitmaakt van een meervoudige aanvraag of inschrijving kan onafhankelijk van de andere modellen worden behandeld. Het kan onafhankelijk worden:

  • Ten uitvoer gelegd
  • In licentie gegeven
  • Met een zakelijk recht bezwaard
  • Onderwerp van gedwongen tenuitvoerlegging
  • Onderwerp van een insolventieprocedure
  • Afgestaan
  • Vernieuwd
  • Overgedragen
  • Onderwerp van opschorting van publicatie
  • Nietig verklaard

Recht van voorrang

Bij de indiening van een aanvraag voor een ingeschreven Uniemodel kan beroep worden gedaan op het recht van voorrang van een eerdere aanvraag. De geldigheid van dit voorrangsrecht bedraagt zes maanden vanaf de datum van indiening van de eerste aanvraag.

Onderzoek door het EUIPO

Wanneer een aanvraag voor een ingeschreven Uniemodel wordt ingediend, onderzoekt het EUIPO:

  1. Of aan de vormvereisten is voldaan
  2. Of het model een “model” is in de zin van de verordening
  3. Of het model niet strijdig is met de openbare orde of goede zeden

Het EUIPO onderzoekt niet ambtshalve of het model nieuw is en een eigen karakter heeft. Deze gronden kunnen alleen worden ingeroepen in een nietigheidsprocedure.

Inschrijving en publicatie

Indien een aanvraag aan alle vereisten voldoet, schrijft het EUIPO de aanvraag als ingeschreven Uniemodel in het register in en publiceert het model. De publicatie omvat de afbeelding van het model en eventuele beschrijvingen.

Opschorting van publicatie

Bij het indienen van een aanvraag kan worden verzocht om opschorting van publicatie gedurende maximaal 30 maanden vanaf de datum van indiening of voorrang. Deze mogelijkheid is vooral waardevol voor industrieën waar verrassingseffecten belangrijk zijn, zoals de mode-industrie.

Tijdens de periode van opschorting mag een rechtsvordering op grond van een ingeschreven Uniemodel slechts worden ingesteld indien de gedaagde in kennis is gesteld van de informatie in het register en het dossier.

Internationale inschrijving

Een ingeschreven Uniemodel kan ook worden verkregen via een internationale inschrijving volgens het systeem van de Overeenkomst van ‘s-Gravenhage. Internationale aanvragen worden rechtstreeks bij het Internationaal Bureau van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (WIPO) ingediend, met aanwijzing van de EU.

Een internationale inschrijving met aanwijzing van de EU heeft dezelfde rechtsgevolgen als een rechtstreeks bij het EUIPO ingediende aanvraag. Het EUIPO kan de bescherming weigeren indien het model niet voldoet aan de definitie van “model” of strijdig is met de openbare orde of goede zeden.

10. Het EUIPO en geschillen betreffende Uniemodellen

Het EUIPO

Het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) in Alicante, Spanje, is verantwoordelijk voor de registratie van Uniemodellen. Bij deze instelling kunnen ook vorderingen tot nietigverklaring van een ingeschreven Uniemodel worden ingesteld.

De beslissingen van het EUIPO moeten met redenen worden omkleed en mogen alleen gebaseerd zijn op gronden waartegen de partijen verweer hebben kunnen voeren.

Beroep tegen beslissingen van het EUIPO

Tegen de beslissingen van de onderzoekers en de nietigheidsafdeling van het EUIPO kan beroep worden ingesteld. Dit beroep heeft schorsende werking.

Beroep kan worden ingesteld door iedere partij die in een procedure voor het EUIPO in het ongelijk is gesteld. Het beroep wordt behandeld door de kamer van beroep van het EUIPO.

Tegen de beslissingen van de kamers van beroep kan verder beroep worden ingesteld bij het Gerecht van de EU. Dit beroep kan worden ingesteld wegens:

  • Onbevoegdheid
  • Schending van wezenlijke vormvoorschriften
  • Schending van het EU-Verdrag of de VOGMO
  • Misbruik van bevoegdheid

Tegen een beslissing van het Gerecht kan nog beroep worden ingesteld bij het Hof van Justitie, zij het alleen voor rechtsvragen.

Taalregime bij het EUIPO

Bij het EUIPO geldt een specifiek taalregime:

  • De aanvraag kan in elke officiële taal van de EU worden ingediend
  • De aanvrager moet een tweede taal opgeven die een van de vijf talen van het EUIPO is (Engels, Frans, Duits, Italiaans of Spaans)
  • De proceduretaal is de taal van de aanvraag, indien dit een EUIPO-taal is
  • Als de aanvraag niet in een EUIPO-taal is gesteld, geldt de opgegeven tweede taal als proceduretaal

11. Rechtbanken voor het Uniemodel en geschillen

Rechtbanken voor het Uniemodel

Iedere lidstaat heeft een of meer rechtbanken voor het Uniemodel aangewezen. In België zijn dit de ondernemingsrechtbank van Brussel en in beroep het hof van beroep van Brussel.

Deze gespecialiseerde rechtbanken hebben uitsluitende bevoegdheid voor:

  1. Rechtsvorderingen betreffende inbreuk en dreigende inbreuk op Uniemodellen
  2. Rechtsvorderingen tot vaststelling van niet-inbreuk op Uniemodellen
  3. Rechtsvorderingen tot nietigverklaring van een niet-ingeschreven Uniemodel
  4. Reconventionele vorderingen tot nietigverklaring van een Uniemodel in inbreukprocedures

Bevoegdheidsregels

De bevoegde rechtbank voor het Uniemodel wordt bepaald volgens een cascadesysteem:

  1. De rechtbank van de lidstaat waar de gedaagde zijn woonplaats of vestiging heeft
  2. Indien de gedaagde geen woonplaats of vestiging heeft in een EU-lidstaat, de rechtbank van de lidstaat waar de eiser zijn woonplaats of vestiging heeft
  3. Indien beiden geen woonplaats of vestiging hebben in een EU-lidstaat, de rechtbank van Spanje (waar het EUIPO is gevestigd)

Partijen kunnen ook kiezen voor een andere rechtbank voor het Uniemodel in een lidstaat van hun keuze (forumkeuze). Daarnaast is een rechtbank bevoegd indien de verweerder vrijwillig voor deze rechtbank verschijnt.

Voor inbreukprocedures kan ook de rechtbank van de lidstaat waar de inbreuk heeft plaatsgevonden of dreigt plaats te vinden bevoegd zijn.

Territoriale werking van beslissingen

Een rechtbank voor het Uniemodel die bevoegd is op basis van de woonplaats of vestiging van partijen, heeft rechtsmacht over inbreuken op het gehele grondgebied van de EU.

Een rechtbank die alleen bevoegd is op basis van de plaats van inbreuk, heeft slechts rechtsmacht over inbreuken begaan of dreigend begaan op het grondgebied van die lidstaat.

Vermoeden van rechtsgeldigheid

In inbreukprocedures gaat de rechtbank voor het Uniemodel uit van de rechtsgeldigheid van:

  • Een ingeschreven Uniemodel, tenzij aangevochten via een reconventionele vordering
  • Een niet-ingeschreven Uniemodel, indien de houder bewijst dat het model niet ouder is dan drie jaar en aangeeft welke kenmerken het model eigen karakter geven

Voorlopige en beschermende maatregelen

Bij de rechtbanken voor het Uniemodel, maar ook bij nationale rechtbanken die bevoegd zouden zijn voor een nationaal model, kunnen voorlopige en beschermende maatregelen worden gevraagd voor een Uniemodel.

Een krachtens het cascadesysteem bevoegde rechtbank voor het Uniemodel kan voorlopige maatregelen bevelen die gelden op het grondgebied van elke lidstaat.

Verknochtheid van procedures

Indien de geldigheid van een Uniemodel in meerdere procedures tegelijk wordt betwist, kan dit leiden tot schorsing van procedures:

  • Als bij een rechtbank voor het Uniemodel een vordering is ingesteld en de geldigheid al bij een andere rechtbank wordt betwist, kan de eerste rechtbank de procedure schorsen
  • Als bij het EUIPO een vordering tot nietigverklaring is ingesteld en de geldigheid al bij een rechtbank wordt aangevochten, kan het EUIPO de procedure schorsen (of omgekeerd)

12. Parallelle rechtsvorderingen en verhouding tot andere vormen van bescherming

Parallelle rechtsvorderingen

Wanneer voor rechtbanken van verschillende lidstaten tussen dezelfde partijen met betrekking tot dezelfde handelingen vorderingen wegens inbreuk worden ingesteld (één op grond van een Uniemodel en één op grond van een nationaal modelrecht), verwijst de rechtbank waarbij de zaak het laatst is aangebracht de partijen naar de andere rechtbank.

Indien tussen dezelfde partijen al een onherroepelijke beslissing is gegeven op grond van een Uniemodel of een nationaal modelrecht met gelijktijdige bescherming, moet een latere vordering op het andere recht worden afgewezen.

Deze regels zijn niet van toepassing op voorlopige en beschermende maatregelen.

Verhouding tot andere vormen van bescherming

De VOGMO laat onverlet de bepalingen van het EU-recht en het recht van de lidstaten inzake:

  • Niet-ingeschreven modellen
  • Merken of andere onderscheidende tekens
  • Octrooien en gebruiksmodellen
  • Lettertypen
  • Wettelijke aansprakelijkheid
  • Oneerlijke mededinging

Cumulatie met auteursrecht

Een model dat wordt beschermd door een Uniemodel, kan tevens worden beschermd door het auteursrecht van lidstaten vanaf de datum waarop het model is gecreëerd of in een bepaalde vorm is vastgelegd. De mate waarin en de voorwaarden waaronder een dergelijke bescherming wordt verleend, worden door elke lidstaat bepaald.

Deze “cumulatie” van bescherming biedt een extra laag van veiligheid, aangezien in veel gevallen modellen ook als werken van toegepaste kunst onder het auteursrecht kunnen vallen, wat in sommige landen een beschermingsduur tot 70 jaar na het overlijden van de maker kan betekenen.

13. Hoe kan ons advocatenkantoor u helpen?

Ons advocatenkantoor heeft uitgebreide expertise in het adviseren over en procederen inzake Uniemodellen. Wij kunnen u op diverse manieren bijstaan:

Strategisch advies

  • Het bepalen van de juiste beschermingsstrategie voor uw designs: ingeschreven of niet-ingeschreven Uniemodel, nationale bescherming of een combinatie
  • Bepalen van de juiste geografische omvang van uw bescherming (EU versus landen buiten de EU)
  • Advisering over de combinatie met andere intellectuele eigendomsrechten zoals merken, auteursrecht en octrooien
  • Portfolio management van uw modelrechten

Aanvraag- en registratieprocedures

  • Het opstellen en indienen van aanvragen voor ingeschreven Uniemodellen
  • Begeleiding bij internationale modelaanvragen via het systeem van de Overeenkomst van ‘s-Gravenhage
  • Vernieuwing van bestaande modelregistraties
  • Opschorting van publicatie indien gewenst

Handhaving en procedures

  • Monitoring van potentiële inbreuken op uw modelrechten
  • Het voeren van inbreukprocedures tegen inbreukmakers
  • Het verkrijgen van voorlopige en beschermende maatregelen
  • Grensmaatregelen tegen de invoer van inbreukmakende producten
  • Onderhandelingen over schikkingen

Verdediging

  • Het verdedigen tegen beschuldigingen van inbreuk
  • Het voeren van nietigheidsprocedures
  • Het opstellen van validity opinions

Contracten en overeenkomsten

  • Het opstellen van licentie- en overdrachtsovereenkomsten
  • Het opstellen van designopdrachten met duidelijke bepalingen over intellectuele eigendomsrechten
  • Due diligence bij fusies en overnames met betrekking tot modelrechtenportfolio’s

Specifieke sectoren

Ons kantoor heeft ervaring met modelrechtbescherming in diverse sectoren, waaronder:

  • Mode en textiel
  • Industriële producten
  • Meubilair en interieur
  • Verpakkingen
  • Grafische gebruikersinterfaces
  • Auto-industrie
  • Consumententechnologie

Contact

Vragen? Advies nodig?
Neem contact op met Advocaat Joris Deene.

Telefoon: 09/280.20.68
E-mail: joris.deene@everest-law.be

Topics