Grooming

Wat is grooming?

Grooming betekent letterlijk ‘verzorgen’ of ‘voorbereiden’.

In een strafrechtelijke sfeer betekent grooming het benaderen van kinderen en het opbouwen van een vertrouwensrelatie met hen met als finaal doel het kind te kunnen ontmoeten om hen seksueel te misbruiken.

Het kind zal door de dader overladen worden met aandacht, schijnbare genegenheid en soms ook cadeautjes of geld. De dader manipuleert op die manier het slachtoffer in het kader van een door de dader opgezette misbruikstrategie.

De dader zal zich hierbij vaak voordoen als een minderjarige (door bvb een vals facebook profiel aan te maken) en zal gebruik maken van de informatie die op internet over het kind terug te vinden is (zoals hobby’s, interesses, voorkeuren) om zich bij het kind in de gunst te werken. Daders zullen ook vaak dezelfde jongerentaal of onlinetaal gebruiken om het vertrouwen te wekken.

Wanneer is online grooming strafbaar?

Strafbaarheid van grooming

Grooming is volgens artikel 377quater Strafwetboek strafbaar indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • De dader moet meerderjarig zijn
  • Het slachtoffer moet jonger dan 16 jaar zijn.
  • Er moet gebruik gemaakt worden van informatie- en communicatietechnologie (telefoon, sms, e-mail, chatgesprekken, internet etc.)
  • De dader doet een voorstel aan het slachtoffer om elkaar te ontmoeten
  • Dit voorstel wordt gevolgd door materiële handelingen die tot een dergelijke ontmoeting leiden
  • De dader doet dit voorstel met het doel om tijdens deze ontmoeting seksuele misdrijven te plegen (aanranding van de eerbaarheid, verkrachting, openbare zedenschennis)

Discussiepunten Grooming

De leeftijd van het slachtoffer

Het is niet altijd duidelijk wanneer de verdachte redelijkerwijs moet weten dat de minderjarige jonger is dan 16 jaar.

Indien de dader onmogelijk kon weten dat het slachtoffer jonger is dan 16 jaar, dan kan er geen sprake zijn van grooming.

De meerderjarige lokpuber

Een ander punt van discussie is de ‘meerderjarige lokpuber’. Deze lokpubers zijn agenten die zich voordoen als minderjarige om daarmee te groomers te pakken te krijgen. Er bestaat onder juristen veel discussie of deze praktijk is toegestaan (worden de kinderlokkers nu niet zelf uitgelokt?) en of ze de verdachte wel kunnen vervolgen (immers gaat het feitelijk niet om een minderjarige maar om een meerderjarige agent).

Voorstel tot ontmoeten

Er is pas sprake van grooming wanneer de dader een voorstel tot ontmoeting doet aan het kind.

Een louter seksueel getinte conversatie volstaat dus niet, zelfs indien het kind in de loop van een dergelijke conversatie aangezet wordt om seksuele handelingen op zichzelf uit te voeren, naar seksueel beladen beelden van de dader te kijken, of seksueel beladen beelden van zichzelf te maken en/of aan de dader te bezorgen (zoals webcamsex). Er kan in dat geval eventueel sprake zijn van een aanranding van de eerbaarheid of verkrachting, dan wel een vorm van openbare zedenschennis, zoals het bezit van kinderpornografie, of nog van cyberlokkerij, maar in elk geval niet van grooming.

Het moet gaan om een voorstel om elkaar fysiek te ontmoeten. Een voorstel om op een ander tijdstip verder te chatten of elkaar in een virtuele ruimte ’te ontmoeten’ valt niet onder grooming.

Moet de ontmoeting ook effectief plaatsvinden?

Het is onduidelijk of de ontmoeting ook effectief moet plaatsgevonden hebben. Artikel 377quater Strafwetboek spreekt immers over “handelingen die tot een dergelijke ontmoeting leiden”, en niet over “handelingen die tot een dergelijke ontmoeting kunnen leiden”.

Daarentegen staat in de toelichting bij de wet dat het niet vereist is dat het contact op het internet daadwerkelijk leidt tot een ontmoeting of een fysiek contact tussen de dader en het kind. In die zin zou dan ook kunnen gesteld worden dat het evenmin vereist is dat bij een eventuele ontmoeting een seksuele handeling werd gepleegd.

Wat zijn materiële handelingen die tot een dergelijke ontmoeting leiden?

Het louter vragen of wensen om elkaar te ontmoeten is niet voldoende om strafbaar te zijn. Deze vraag moet gevolgd worden door een vorm van concretisering of veruitwendiging. Vage intenties zonder concretisering volstaan niet.

Dergelijke materiële handelingen zijn aanwezig wanneer de dader bvb een route uitstippelt naar de plaats van de ontmoeting, een treinticket of een bioscoopticket koopt etc. Deze handelingen zijn zeker aanwezig indien de dader opdaagt op de plaats waar werd afgesproken.

Wat indien het voorstel tot ontmoeten uitgaat van de minderjarige?

Er is pas sprake van grooming wanneer het voorstel tot ontmoeting uitgaat van de meerderjarige.

Ook al gaat de concretisering van het voorstel uit van het kind, toch zou de meerderjarige toch strafbaar kunnen zijn wanneer hij het kind ertoe zou kunnen aanzetten om handelingen te stellen die tot een ontmoeting leiden. (bvb. het kind overtuigen om bij hem thuis af te spreken)

De intentie van de dader

De meerderjarige is enkel strafbaar indien hij een ontmoeting aan het kind voorstelt met het bijzonder motief om aldus een aanranding van de eerbaarheid, een verkrachting of een vorm van aanzetten tot ontucht of prostitutie of van openbare zedenschennis op of met het kind te kunnen plegen.

Deze intentie zal moeten aangetoond worden uit de inhoud van de conversaties.

Wanneer niet blijkt dat de dader op een dergelijke ontmoeting de bedoeling had om bovenstaande misdrijven te plegen, dan is er geen sprake van grooming. Eventueel zou er wel sprake kunnen zijn van cyberlokking.

Wat voor straf staat er op grooming?

Grooming wordt vaak tegelijk met andere zedendelicten vervolgd, zoals het bezit van kinderporno of het plegen van ontucht met een minderjarige. Deze delicten worden als ernstige delicten beschouwd.

Grooming op zich wordt bestraft met een gevangenisstraf van 1 jaar tot 5 jaar. Indien grooming ook leidt tot een effectief seksueel misdrijf (aanranding van de eerbaarheid of verkrachting, aanzetten tot ontucht of prostitutie en van openbare zedenschennis) wordt de minimumstraf van 1 jaar verhoogd tot 2 jaar (art. 377ter Strafwetboek), dit los van de straf die de dader voor het seksueel misdrijf zelf kan krijgen.

Daders kunnen bovendien een beroepsverbod opgelegd krijgen m.b.t. beroepen die contact met minderjarigen mogelijk maken. De rechtbank kan in die zin ook het vonnis toe zenden aan de werkgever van de dader wanneer deze laatste door diens beroep in contact komt met minderjarigen. Ook kunnen daders het verbod opgelegd krijgen in een door de rechter aangeduide zone te wonen, te verblijven of er zich op te houden.

Ook wie zich in het buitenland schuldig maakt aan online grooming, kan in België voor dit misdrijf vervolgd worden, ongeacht de nationaliteit van de dader of het slachtoffer.

Online grooming verjaart slechts na 15 jaar; deze termijn begint pas te lopen bij de meerderjarigheid van het slachtoffer.

Wanneer houders van een beroepsgeheim kennis hebben van online grooming, dan beschikken zij over een uitzondering op het verbod de geheimen die hun zijn toevertrouwd bekend te maken.