In het digitale tijdperk verloopt zakelijke communicatie razendsnel via e-mail, Teams of WhatsApp. Maar wat als een van uw medewerkers een gedetailleerd voorstel beantwoordt met enkel een ‘duim omhoog’ (👍) emoji? Bent u als onderneming dan gebonden aan een miljoenencontract? Volgens een vonnis van de Nederlandstalige ondernemingsrechtbank te Brussel van 27 oktober 2025 is het antwoord, in combinatie met de uitvoering van de deal, een duidelijke ‘ja’.
De feiten: een duimpje, betaalde facturen en een plotse stopzetting
De zaak betrof een communicatiebureau (eiser) dat al in 2023 beperkte diensten leverde aan een grotere onderneming (verweerder). De contacten liepen steeds via de marketingmanager van de verweerder, dhr. L.M..
Eind 2023 stuurde het bureau een uitgebreid voorstel voor een jaarcontract in 2024, wat een aanzienlijke uitbreiding van de diensten inhield. In de begeleidende e-mail werd gevraagd om akkoord te gaan met de offertes, met de vermelding: “Dit kan ook eenvoudig door het document ‘maandelijkse budgetverdeling…’ te ondertekenen”.
Drie minuten later antwoordde de marketingmanager, dhr. L.M., met enkel een ‘duim omhoog’ (👍) emoticon.
De samenwerking ging van start. Het bureau leverde prestaties en stuurde facturen voor januari, februari en maart 2024, telkens voor 1/12de van het jaarbudget, zoals voorzien in het voorstel. De verweerder verstrekte hiervoor PO-nummers en betaalde de facturen.
Eind maart liet een andere medewerker van de verweerder echter weten dat er volgens haar “geen sprake is van een contractueel gevalideerd budget”. Kort daarna, op 21 april 2024, volgde een e-mail van een derde manager die de samenwerking stopzette. Reden: “Een mondelinge ok zonder interne communicatie en ondertekend contract voor zulke budgetten is niet ok volgens onze policy”.
Het communicatiebureau stapte naar de rechtbank en eiste een schadevergoeding voor de onrechtmatige verbreking van het jaarcontract.
De beslissing van de ondernemingsrechtbank
De rechtbank moest oordelen of er een geldig contract tot stand was gekomen op basis van de 👍 en de daaropvolgende handelingen.
1. Ja, er was een bindend contract
De rechtbank oordeelde dat er wel degelijk een geldige overeenkomst was gesloten.
- De 👍 telt als aanvaarding: De rechtbank stelde dat het algemeen bekend is dat een ‘duim omhoog’ ‘ok’ of ‘in orde’ betekent. In de gegeven omstandigheden kon dit niet anders geïnterpreteerd worden dan als een aanvaarding van het aanbod.
- De context is cruciaal: Het voorstel was al eerder besproken op een vergadering, dus de snelle reactie was niet onlogisch. De vermelding dat ondertekening ‘ook’ een optie was, betekende dat het geen exclusieve vereiste was.
- De uitvoering bevestigt het contract: Het allerbelangrijkste was dat beide partijen onmiddellijk waren gestart met de uitvoering. De eiser leverde prestaties en de verweerder aanvaardde deze door PO-nummers te geven en de eerste drie maandelijkse facturen (die verwezen naar het jaarbudget) zonder protest te betalen.
2. Interne policy is niet tegenstelbaar
Het argument van de verweerder dat de marketingmanager (L.M.) niet bevoegd was of dat de interne policy een handtekening vereiste, werd van tafel geveegd. De rechtbank stelde dat interne procedures niet relevant zijn voor de tegenpartij, zeker niet wanneer de onderneming zélf (door PO-nummers te genereren en facturen te betalen) de indruk wekt dat alles in orde is.
3. Gevolg: verbrekingsvergoeding verschuldigd
Omdat er sprake was van een geldig jaarcontract (een contract van bepaalde duur) , kon de verweerder dit niet zomaar eenzijdig stopzetten. De e-mail van 21 april 2024 was een duidelijke, onrechtmatige opzegging.
De rechtbank veroordeelde de verweerder daarom tot betaling van een schadevergoeding van € 37.182,80, wat overeenkwam met het positieve contractbelang (de gederfde winst).
Juridische analyse en duiding
Deze uitspraak is een belangrijke herinnering aan de basisprincipes van het Belgisch contractenrecht, toegepast op moderne communicatiemiddelen.
- Consensualisme (Boek 5 BW): Naar Belgisch recht komen overeenkomsten in principe solo consensu tot stand: de loutere wilsovereenstemming tussen partijen is voldoende. Een geschrift is (meestal) enkel nodig voor het bewijs, niet voor de geldigheid. Tussen ondernemingen is het bewijs bovendien “vrij”, wat betekent dat e-mails, en dus ook emoji’s, als bewijs kunnen dienen.
- De contextuele interpretatie van een wilsverklaring: Een 👍 is niet altijd een contract. Het is een ‘wilsverklaring’ die in zijn context moet worden geïnterpreteerd. Hier was de context overduidelijk: een formeel voorstel , een expliciete vraag om akkoord , een positieve emoji , en de onmiddellijke, conforme uitvoering door beide partijen. De cumulatie van deze elementen maakte de aanvaarding onbetwistbaar.
- Schijnvertegenwoordiging en bekrachtiging: De discussie over de bevoegdheid van de manager raakt aan de leer van de schijnvertegenwoordiging. Zelfs als een werknemer zijn boekje te buiten gaat, kan de onderneming toch gebonden zijn als zij de schijn heeft gewekt dat deze persoon bevoegd was. Belangrijker nog: door de overeenkomst vervolgens uit te voeren (facturen betalen, PO’s geven), heeft de onderneming de handeling van haar manager bekrachtigd (goedgekeurd).
- Het lot van de algemene voorwaarden: Een interessant nevenaspect was dat het bureau in de latere facturen een strengere opzegclausule had opgenomen die niet in het oorspronkelijke voorstel stond. De rechtbank oordeelde dat deze nieuwe clausule géén deel uitmaakte van het contract. Een partij kan niet redelijkerwijs verwachten dat de wederpartij bij elke factuur de algemene voorwaarden opnieuw gaat vergelijken met het oorspronkelijke aanbod. Dit bevestigt dat algemene voorwaarden ten laatste op het moment van de contractsluiting gekend moeten zijn én aanvaard.
Wat dit concreet betekent
Voor ondernemers en managers
- Wees u bewust van informele communicatie: Een ‘ok’, ‘akkoord’ of 👍 in een professionele context is niet vrijblijvend. Het kan uw onderneming juridisch binden.
- Maak duidelijke interne afspraken: Instrueer uw personeel over wie bevoegd is om contracten te sluiten en benadruk dat informele toezeggingen bindend kunnen zijn.
- Protesteer facturen onmiddellijk: De verweerder verloor de zaak mede doordat hij de facturen betaalde. Het aanvaarden en betalen van een factuur zonder protest wordt gezien als een (weerlegbaar) bewijs van de onderliggende overeenkomst.
Voor dienstverleners en leveranciers
- Vraag om een duidelijke bevestiging: Hoewel de eiser hier gelijk kreeg, had een expliciete “Akkoord per mail” of een ondertekende offerte een dure rechtszaak kunnen vermijden.
- Bezorg uw algemene voorwaarden op het juiste moment: Zorg dat uw algemene voorwaarden deel uitmaken van het oorspronkelijke aanbod. Ze pas later op een factuur vermelden, is juridisch te laat om nieuwe, bezwarende clausules (zoals een opzegvergoeding) op te leggen.
Veelgestelde vragen (FAQ)
Is een mondelinge overeenkomst tussen ondernemingen (B2B) ook geldig?
Ja, absoluut. Het principe van consensualisme geldt. Het probleem is vaak niet de geldigheid, maar het bewijs. Tussen ondernemingen is het bewijs echter vrij, wat betekent dat e-mails, getuigenissen, en zoals hier blijkt, zelfs de uitvoering van de deal (zoals het betalen van facturen) als bewijs kunnen dienen.
Wat als mijn werknemer niet bevoegd was om dat contract te tekenen?
Zelfs als een werknemer intern zijn bevoegdheid te buiten gaat, kan uw onderneming toch gebonden zijn. Dit kan door ‘schijnvertegenwoordiging’ (als u bij de tegenpartij de rechtmatige indruk wekte dat de werknemer wél bevoegd was) of als de onderneming de overeenkomst achteraf uitvoert (bv. door de facturen te betalen), wat telt als een bekrachtiging.
Kan ik een contract van bepaalde duur zomaar opzeggen?
Nee. Een contract van bepaalde duur moet in principe worden nagekomen tot de afgesproken einddatum. Vroegtijdig eenzijdig stoppen is contractbreuk (wanprestatie) en leidt vrijwel zeker tot een schadevergoeding, die vaak de volledige resterende contractwaarde dekt.
Conclusie
Dit vonnis bevestigt dat het recht zich aanpast aan de moderne realiteit. Een ‘duim omhoog’ is in een zakelijke context geen vrijblijvend gebaar meer, maar kan een volwaardige juridische aanvaarding vormen. De gevolgen, zeker in combinatie met de uitvoering van de prestaties, zijn niet te onderschatten. Duidelijke communicatie en waterdichte contractuele afspraken blijven in België de beste remedie tegen dure juridische procedures.



